Fotoalbum » Natuurmomenten » Rode bosmier, mierenhoop, bij afgebroken den, Noordhollands Duinreservaat Bergen
Rode bosmier, mierenhoop, bij afgebroken den, Noordhollands Duinreservaat Bergen
Formica polyctena
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Rode bosmier, mierenhoop, bij afgebroken den, Noordhollands Duinreservaat Bergen
Wetenschappelijke naam: Formica polyctena
In ons land leven twee soorten rode bosmieren: de kale rode bosmier (Formica polyctena) en, hoe kan het ook anders, de behaarde rode bosmier (Formica rufa). Het verschil is te zien, maar van een overdreven beharing is echter geen sprake bij de laatstgenoemde soort. Daarnaast komen er nog meerdere soorten mieren voor in Nederland.
Mieren vormen gezamenlijk een nijver volkje en bouwen als onderkomen een fors nest; de mierenhoop. Dit nest kan wel anderhalve meter in omvang worden en dan ook nog eens heel soms tot twee meter hoog. Ook ondergronds zijn er kamers aanwezig. Vooral hierin trekt het volk zich 's winters terug. Het bovenste deel van het nest dient puur ter isolatie en als regenscherm. De materialen om de hoop op te bouwen worden in de directe omgeving verzameld. Hiervoor gebruiken de mieren: dennen- of sparrennaalden, takjes en blad. Al deze bouwstoffen worden door de ijverige werksters naar de mierenhoop gebracht.
In het nest wordt door de koninginnen aan nageslacht gewerkt. Zij wordt hierin bijgestaan door de werksters, die de bulk van het werk verrichten. Een volk kan in aantal wel wel honderdduizenden mieren groot zijn.
Mieren kunnen voor overlast zorgen, maar zij zijn eigenlijk heel erg nuttig. Er worden heel wat insecten door de mieren verschalkt om het broed groot te brengen. Eén van de nadelen vormt in de ogen van vele mensen de eigenschap van mieren om bladluizen te beschermen. Zij 'melken” de bladluizen namelijk om hun ontlasting, de luizenmelk, te bemachtigen. Deze met suikers vermengde plantensappen zijn een lekkernij voor de mieren.
Veel mierensoorten staan bekend om hun agressie. Indringers worden, ongeacht hun afmeting, direct aangevallen. Zij worden bespoten met mierenzuur of indien nodig met de stevige kaken gebeten. Deze beten kunnen behoorlijk venijnig zijn.
In het najaar en de winter zakt het nest vaak behoorlijk in. De groene specht (Picus viridis) is op zijn beurt verzot op mieren en opent zelfs mierennesten om de eiwit- en proteïnerijke insecten te kunnen verorberen. Hierbij worden de aanvallen ter verdediging, de beste verdediging is per slot van rekening de aanval, door de mieren voor lief genomen.
De rode bosmieren leven vooral in naaldbossen en zijn in ons land niet meer zo talrijk als in het verleden.
Foto gemaakt op: 10-09-2011
Afmeting: 3024x4032 pixels / 25,6x34,14 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Sigma 150mm/2.8 EX DG Macro APO HSM, FT
Diafragma: 20
Focuslengte: 150 mm.
Sluitertijd: 1/3
ISO: 200
Statief: Manfrotto tripod
Wetenschappelijke naam: Formica polyctena
In ons land leven twee soorten rode bosmieren: de kale rode bosmier (Formica polyctena) en, hoe kan het ook anders, de behaarde rode bosmier (Formica rufa). Het verschil is te zien, maar van een overdreven beharing is echter geen sprake bij de laatstgenoemde soort. Daarnaast komen er nog meerdere soorten mieren voor in Nederland.
Mieren vormen gezamenlijk een nijver volkje en bouwen als onderkomen een fors nest; de mierenhoop. Dit nest kan wel anderhalve meter in omvang worden en dan ook nog eens heel soms tot twee meter hoog. Ook ondergronds zijn er kamers aanwezig. Vooral hierin trekt het volk zich 's winters terug. Het bovenste deel van het nest dient puur ter isolatie en als regenscherm. De materialen om de hoop op te bouwen worden in de directe omgeving verzameld. Hiervoor gebruiken de mieren: dennen- of sparrennaalden, takjes en blad. Al deze bouwstoffen worden door de ijverige werksters naar de mierenhoop gebracht.
In het nest wordt door de koninginnen aan nageslacht gewerkt. Zij wordt hierin bijgestaan door de werksters, die de bulk van het werk verrichten. Een volk kan in aantal wel wel honderdduizenden mieren groot zijn.
Mieren kunnen voor overlast zorgen, maar zij zijn eigenlijk heel erg nuttig. Er worden heel wat insecten door de mieren verschalkt om het broed groot te brengen. Eén van de nadelen vormt in de ogen van vele mensen de eigenschap van mieren om bladluizen te beschermen. Zij 'melken” de bladluizen namelijk om hun ontlasting, de luizenmelk, te bemachtigen. Deze met suikers vermengde plantensappen zijn een lekkernij voor de mieren.
Veel mierensoorten staan bekend om hun agressie. Indringers worden, ongeacht hun afmeting, direct aangevallen. Zij worden bespoten met mierenzuur of indien nodig met de stevige kaken gebeten. Deze beten kunnen behoorlijk venijnig zijn.
In het najaar en de winter zakt het nest vaak behoorlijk in. De groene specht (Picus viridis) is op zijn beurt verzot op mieren en opent zelfs mierennesten om de eiwit- en proteïnerijke insecten te kunnen verorberen. Hierbij worden de aanvallen ter verdediging, de beste verdediging is per slot van rekening de aanval, door de mieren voor lief genomen.
De rode bosmieren leven vooral in naaldbossen en zijn in ons land niet meer zo talrijk als in het verleden.
Foto gemaakt op: 10-09-2011
Afmeting: 3024x4032 pixels / 25,6x34,14 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Sigma 150mm/2.8 EX DG Macro APO HSM, FT
Diafragma: 20
Focuslengte: 150 mm.
Sluitertijd: 1/3
ISO: 200
Statief: Manfrotto tripod