Fotoalbum » Natuurmomenten » Molshoop, verse molshoop in de sneeuw, Amsterdamse Waterleiding Duinen
Molshoop, verse molshoop in de sneeuw, Amsterdamse Waterleiding Duinen
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Molshoop, verse molshoop in de sneeuw, Amsterdamse Waterleiding Duinen
Wat heeft Jan nu weer gefotografeerd?
Er werd thuis al besmuikt gevraagd of ik misschien een verse drol op de kiek had gezet. Nu ben ik niet vies van het fotograferen van drollen, omdat ik sporen van dieren nu eenmaal graag vastleg voor het nageslacht en ieder ander die het graag zou willen zien. De ontlasting vormt nu eenmaal een onmiskenbaar bewijs voor de aanwezigheid van een bepaalde diersoort in een terrein. Ik wil mijzelf echter absoluut geen “drol-oloog” noemen. Er zijn mensen, die hier veel meer van weten en er zelfs een soort van specialisatie van hebben gemaakt.
De herkomst van het spoor op deze foto was voor mij overduidelijk. Bovengronds was er sprake van behoorlijke koude. Misschien wel dankzij de sneeuw was de ondergrond duidelijk niet bevroren. De mollen waren nog in staat om hun grondverzetwerk te verrichten. Het was overigens de enige molshoop in de wijde omgeving. Tijdens de ondergrondse zoektocht naar voedsel had de mol (Talpa europaea; je leest het goed inderdaad Talpa) het gangenstelsel zichtbaar uitgebreid. De aarde die hierbij vrijkomt moet uit de gangen verwijderd worden. Mollen zoeken hiervoor de weg naar boven en met hun achterpoten wordt de overtollige grond uit de gang gewerkt.
De mol is uitstekend aangepast aan het ondergrondse leven. Hun voorpoten zijn voorzien van graafhanden, waarmee veel grond verzet kan worden. De dieren zien vrij weinig. Ze hebben een slecht ontwikkeld gezichtsvermogen. Het belangrijkste zintuig vormt de spitse roze snuit met snorharen voor de tast. Hun fluweelachtige zwarte vacht vormt geen belemmering voor het kruipen door de gangen. De korte haren kunnen namelijk kantelen, waardoor de mol hiervan geen hinder ondervindt bij zijn gang door de gangen en dit dan zowel voor- als achterwaarts.
Het zijn solitaire dieren, die elkaar alleen in de paartijd opzoeken. Deze periode is van februari tot in april. De draagtijd is ongeveer 4 weken, waarna de jongen blind en naakt ter wereld (in de nestholte) komen. Na twee maanden verlaten zij het nest om met eigen poten te gaan graven en dus ook een eigen territorium te gaan zoeken. Er worden hierbij soms heuse vechtpartijen uitgevochten.
Het hoofdvoedsel bestaat uit regenwormen en bij voldoende aanbod wordt de kop van de wormen afgebeten, zodat deze wel doorleven, maar zich niet meer kunnen verplaatsen; een voedselvoorraadje dus voor magere tijden. Daar is zeker 's winters wel sprake van. Ook andere in de gangen aangetroffen insecten en larven worden verorberd.
Kortgeleden maakte ik al melding van de zichtbare aanwezigheid van sporen van dieren (Schotse hooglander: haar). Wij, mensen, lopen er vaak gedachtenloos aan voorbij, maar het is overduidelijk: Onder onze voeten ligt nog een hele “maatschappij” aan levensvormen, die voor het voortbestaan van elkaar afhankelijk zijn.
Foto gemaakt op: 23-12-2009
Afmeting: 3648x2736 pixels / 30,89x23,16 cm
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E3
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm., four-thirds
Diafragma: 8
Focuslengte: 313 mm.
Sluitertijd: 1/125
ISO: 400
Statief: Manfrotto tripod
Wat heeft Jan nu weer gefotografeerd?
Er werd thuis al besmuikt gevraagd of ik misschien een verse drol op de kiek had gezet. Nu ben ik niet vies van het fotograferen van drollen, omdat ik sporen van dieren nu eenmaal graag vastleg voor het nageslacht en ieder ander die het graag zou willen zien. De ontlasting vormt nu eenmaal een onmiskenbaar bewijs voor de aanwezigheid van een bepaalde diersoort in een terrein. Ik wil mijzelf echter absoluut geen “drol-oloog” noemen. Er zijn mensen, die hier veel meer van weten en er zelfs een soort van specialisatie van hebben gemaakt.
De herkomst van het spoor op deze foto was voor mij overduidelijk. Bovengronds was er sprake van behoorlijke koude. Misschien wel dankzij de sneeuw was de ondergrond duidelijk niet bevroren. De mollen waren nog in staat om hun grondverzetwerk te verrichten. Het was overigens de enige molshoop in de wijde omgeving. Tijdens de ondergrondse zoektocht naar voedsel had de mol (Talpa europaea; je leest het goed inderdaad Talpa) het gangenstelsel zichtbaar uitgebreid. De aarde die hierbij vrijkomt moet uit de gangen verwijderd worden. Mollen zoeken hiervoor de weg naar boven en met hun achterpoten wordt de overtollige grond uit de gang gewerkt.
De mol is uitstekend aangepast aan het ondergrondse leven. Hun voorpoten zijn voorzien van graafhanden, waarmee veel grond verzet kan worden. De dieren zien vrij weinig. Ze hebben een slecht ontwikkeld gezichtsvermogen. Het belangrijkste zintuig vormt de spitse roze snuit met snorharen voor de tast. Hun fluweelachtige zwarte vacht vormt geen belemmering voor het kruipen door de gangen. De korte haren kunnen namelijk kantelen, waardoor de mol hiervan geen hinder ondervindt bij zijn gang door de gangen en dit dan zowel voor- als achterwaarts.
Het zijn solitaire dieren, die elkaar alleen in de paartijd opzoeken. Deze periode is van februari tot in april. De draagtijd is ongeveer 4 weken, waarna de jongen blind en naakt ter wereld (in de nestholte) komen. Na twee maanden verlaten zij het nest om met eigen poten te gaan graven en dus ook een eigen territorium te gaan zoeken. Er worden hierbij soms heuse vechtpartijen uitgevochten.
Het hoofdvoedsel bestaat uit regenwormen en bij voldoende aanbod wordt de kop van de wormen afgebeten, zodat deze wel doorleven, maar zich niet meer kunnen verplaatsen; een voedselvoorraadje dus voor magere tijden. Daar is zeker 's winters wel sprake van. Ook andere in de gangen aangetroffen insecten en larven worden verorberd.
Kortgeleden maakte ik al melding van de zichtbare aanwezigheid van sporen van dieren (Schotse hooglander: haar). Wij, mensen, lopen er vaak gedachtenloos aan voorbij, maar het is overduidelijk: Onder onze voeten ligt nog een hele “maatschappij” aan levensvormen, die voor het voortbestaan van elkaar afhankelijk zijn.
Foto gemaakt op: 23-12-2009
Afmeting: 3648x2736 pixels / 30,89x23,16 cm
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E3
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm., four-thirds
Diafragma: 8
Focuslengte: 313 mm.
Sluitertijd: 1/125
ISO: 400
Statief: Manfrotto tripod