Fotoalbum » Vogels » Kokmeeuw, kapmeeuw, jong, juveniel, foeragerend, observatiehut Doornvlak, Noordhollands Duinreservaat
Kokmeeuw, kapmeeuw, jong, juveniel, foeragerend, observatiehut Doornvlak, Noordhollands Duinreservaat
Larus ridibundus
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Kokmeeuw, kapmeeuw, jong, juveniel, foeragerend, observatiehut Doornvlak, Noordhollands Duinreservaat
Wetenschappelijke naam: Larus ridibundus
Meeuwen broeden in kolonies. Met velen bij elkaar maakt dat de kans, dat jouw legsel of jongen voedsel worden voor rovers, aanmerkelijk kleiner. Bovendien maakt de aanwezigheid van velen erg machtig. Vijanden willen hier toch nog wel eens voor terugschrikken.
Kokmeeuwen broeden vanaf half april tot in mei. De kuikens blijven twee tot drie dagen in het nest en kunnen na vijf of zes weken al vliegen. Pas na een periode van drie jaren keren de vogels terug naar de kolonie, omdat zij dan geslachtsrijp zijn.
Van veel meeuwen is bekend, dat zij het met de nesten hogerop zoeken; bijvoorbeeld op platte daken. Dit gedrag wordt ingegeven door predatie. Veel roofdieren, maar ook eigen soortgenoten (vooral bij zilvermeeuw (Larus argentatus) en mantelmeeuw (Larus marinus) lusten wel een ei of meeuwenkuiken. In ieder geval wordt de mogelijkheid tot roven aan viervoeters op deze manier ontnomen. Kokmeeuwen broeden vaak in waterrijke gebieden. Hierdoor wordt het voor sommige roofdieren net iets minder aantrekkelijk om op stooptocht uit te gaan.
Het is de meest voorkomende meeuwensoort en dankzij een niet al te kieskeurige voedselvoorkeur een echte cultuurvolger geworden. De volwassen vogel heeft in het broedseizoen een mooie chocoladebruine “kap”; vandaar ook de naam kapmeeuw. In de winter rest van deze bruine veren niets meer dan een kleine donkere vlek achter het oog.
De jonge kokmeeuw op deze foto is duidelijk dit jaar groot geworden. De zoektocht naar voedsel gaat hem ook al best goed af. In het water voor de vogelkijkhut werd driftig gespeurd en regelmatig werd ook met succes een waterdiertje verschalkt. Soms maakte de vogel gebruik van een klein sprongetje uit het water om op de prooi te kunnen duiken. Vlak na het boven komen heb ik de ontspanknop ingedrukt. Een verrekte moeilijk moment om te timen. Maar het is redelijk gelukt; al schrijf ik het zelf.
Foto gemaakt op: 25-07-2009
Afmeting: 3648x2736 pixels / 30,89x23,16 cm
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E3
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm, four-thirds
Diafragma: 8
Focuslengte: 500 mm.
Sluitertijd: 1/160
ISO: 200
Statief: Steunend op arm op rand.
Wetenschappelijke naam: Larus ridibundus
Meeuwen broeden in kolonies. Met velen bij elkaar maakt dat de kans, dat jouw legsel of jongen voedsel worden voor rovers, aanmerkelijk kleiner. Bovendien maakt de aanwezigheid van velen erg machtig. Vijanden willen hier toch nog wel eens voor terugschrikken.
Kokmeeuwen broeden vanaf half april tot in mei. De kuikens blijven twee tot drie dagen in het nest en kunnen na vijf of zes weken al vliegen. Pas na een periode van drie jaren keren de vogels terug naar de kolonie, omdat zij dan geslachtsrijp zijn.
Van veel meeuwen is bekend, dat zij het met de nesten hogerop zoeken; bijvoorbeeld op platte daken. Dit gedrag wordt ingegeven door predatie. Veel roofdieren, maar ook eigen soortgenoten (vooral bij zilvermeeuw (Larus argentatus) en mantelmeeuw (Larus marinus) lusten wel een ei of meeuwenkuiken. In ieder geval wordt de mogelijkheid tot roven aan viervoeters op deze manier ontnomen. Kokmeeuwen broeden vaak in waterrijke gebieden. Hierdoor wordt het voor sommige roofdieren net iets minder aantrekkelijk om op stooptocht uit te gaan.
Het is de meest voorkomende meeuwensoort en dankzij een niet al te kieskeurige voedselvoorkeur een echte cultuurvolger geworden. De volwassen vogel heeft in het broedseizoen een mooie chocoladebruine “kap”; vandaar ook de naam kapmeeuw. In de winter rest van deze bruine veren niets meer dan een kleine donkere vlek achter het oog.
De jonge kokmeeuw op deze foto is duidelijk dit jaar groot geworden. De zoektocht naar voedsel gaat hem ook al best goed af. In het water voor de vogelkijkhut werd driftig gespeurd en regelmatig werd ook met succes een waterdiertje verschalkt. Soms maakte de vogel gebruik van een klein sprongetje uit het water om op de prooi te kunnen duiken. Vlak na het boven komen heb ik de ontspanknop ingedrukt. Een verrekte moeilijk moment om te timen. Maar het is redelijk gelukt; al schrijf ik het zelf.
Foto gemaakt op: 25-07-2009
Afmeting: 3648x2736 pixels / 30,89x23,16 cm
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E3
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm, four-thirds
Diafragma: 8
Focuslengte: 500 mm.
Sluitertijd: 1/160
ISO: 200
Statief: Steunend op arm op rand.