Fotoalbum » Planten » Adelaarsvaren, deel van uitlopend blad, Amsterdamse Waterleiding Duinen
Adelaarsvaren, deel van uitlopend blad, Amsterdamse Waterleiding Duinen
Pteridium aquilinum
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Adelaarsvaren, deel van uitlopend blad, Amsterdamse Waterleiding Duinen
Wetenschappelijke naam: Pteridium aquilinum
Manshoge bossages van deze imposante varen kun je aantreffen in alle natuurgebieden waar de varen groeit. Het is de hoogste varen, die in ons land voorkomt. Door de kruipende wortelstok kan deze plant hele grote stukken land begroeien. Ook in grote delen van de Amsterdamse Waterleiding Duinen vind je de adelaarsvaren. Volgens mij vindt veel wild een goede schuilplaats in deze kleine “wouden”.
Het maakt mij niet uit welke varen de bladeren ontrolt; ik vind ze, op dat moment, allemaal fantastisch mooi. Ook daarna kan ik nog steeds genieten van het vaak tere loof van deze sporenplanten. Van veel varens sterft het blad voor de winter af en vormt zo een isolerende deken voor de ondergronds overwinterende plant. Er zijn ook varens, die wintergroen blijven. Bekend voorbeelden daarvan zijn de gewone eikvaren (Polypodium vulgare) en de tongvaren (Asplenium scolopendrium), die je ook vaak in de duinen of op oude muren kunt tegenkomen. De adelaarsvaren verkleurt in de aanloop naar de herfst en winter naar goudgeel en sterft vervolgens af. In het volgende voorjaar spurten de jonge spruiten weer de grond uit om zich, tussen de vaak nog overeind staande stengels van het vorige jaar, tot ongekende hoogten te ontwikkelen. Onaangetast door vraat van dieren, omdat de varen giftig is.
Zelfs nu, eind juli, blijven jonge delen van het blad hun mooie uitrollende bladpunten tentoonspreiden. Ik heb er vandaag eens wat extra tijd voor genomen om dit op de foto te zetten. In zo'n wirwar van bladeren is het wel even zoeken naar een compositie, die voldoet aan je verwachting. Er staan heel veel planten op een kluitje en ik vind het niet nodig om een aantal varens te vertrappen voor een mooi plaatje. Ik moet er dus vanaf een open positie bij kunnen. De poten van het statief mogen van mijn nog wel tussen de planten in staan, maar ik zet de driepoot dan wel met beleid neer.
Uiteindelijk heb ik voor deze compositie gekozen. Het lijkt een verkrampt geheel, maar wetende welk sierlijk blad hieruit voorkomt en mee gaat helpen bij de voedselproductie van de adelaarsvaren in kwestie, houdt dit een mooie belofte in zich.
Foto gemaakt op: 30-07-2010
Afmeting: 3024x4032 pixels / 25,6x34,14 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Sigma 150mm/2.8 EX DG Macro APO HSM, FT
Diafragma: 5
Focuslengte: 150 mm.
Sluitertijd: 1/200
ISO: 100
Statief: Manfrotto tripod
Wetenschappelijke naam: Pteridium aquilinum
Manshoge bossages van deze imposante varen kun je aantreffen in alle natuurgebieden waar de varen groeit. Het is de hoogste varen, die in ons land voorkomt. Door de kruipende wortelstok kan deze plant hele grote stukken land begroeien. Ook in grote delen van de Amsterdamse Waterleiding Duinen vind je de adelaarsvaren. Volgens mij vindt veel wild een goede schuilplaats in deze kleine “wouden”.
Het maakt mij niet uit welke varen de bladeren ontrolt; ik vind ze, op dat moment, allemaal fantastisch mooi. Ook daarna kan ik nog steeds genieten van het vaak tere loof van deze sporenplanten. Van veel varens sterft het blad voor de winter af en vormt zo een isolerende deken voor de ondergronds overwinterende plant. Er zijn ook varens, die wintergroen blijven. Bekend voorbeelden daarvan zijn de gewone eikvaren (Polypodium vulgare) en de tongvaren (Asplenium scolopendrium), die je ook vaak in de duinen of op oude muren kunt tegenkomen. De adelaarsvaren verkleurt in de aanloop naar de herfst en winter naar goudgeel en sterft vervolgens af. In het volgende voorjaar spurten de jonge spruiten weer de grond uit om zich, tussen de vaak nog overeind staande stengels van het vorige jaar, tot ongekende hoogten te ontwikkelen. Onaangetast door vraat van dieren, omdat de varen giftig is.
Zelfs nu, eind juli, blijven jonge delen van het blad hun mooie uitrollende bladpunten tentoonspreiden. Ik heb er vandaag eens wat extra tijd voor genomen om dit op de foto te zetten. In zo'n wirwar van bladeren is het wel even zoeken naar een compositie, die voldoet aan je verwachting. Er staan heel veel planten op een kluitje en ik vind het niet nodig om een aantal varens te vertrappen voor een mooi plaatje. Ik moet er dus vanaf een open positie bij kunnen. De poten van het statief mogen van mijn nog wel tussen de planten in staan, maar ik zet de driepoot dan wel met beleid neer.
Uiteindelijk heb ik voor deze compositie gekozen. Het lijkt een verkrampt geheel, maar wetende welk sierlijk blad hieruit voorkomt en mee gaat helpen bij de voedselproductie van de adelaarsvaren in kwestie, houdt dit een mooie belofte in zich.
Foto gemaakt op: 30-07-2010
Afmeting: 3024x4032 pixels / 25,6x34,14 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Sigma 150mm/2.8 EX DG Macro APO HSM, FT
Diafragma: 5
Focuslengte: 150 mm.
Sluitertijd: 1/200
ISO: 100
Statief: Manfrotto tripod