Fotoalbum » Planten » Vingerhelmbloem, voorjaarshelmbloem, detail bloemen, Landgoed Elswout
Vingerhelmbloem, voorjaarshelmbloem, detail bloemen, Landgoed Elswout
Corydalis solida
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Vingerhelmbloem, voorjaarshelmbloem, detail bloemen, Landgoed Elswout
Wetenschappelijke naam: Corydalis solida
De eerste school waar ik na mijn afstuderen werkte, was de Duinrandschool in Bakkum. Deze school stond op een plek in het bos in de binnenduinrand. In dit bos zag ik voor het eerst in behoorlijke aantallen de vingerhelmbloem. Een plant die ik toen al een opvallend vond. Andere namen die ook wel gebruikt worden zijn: voorjaarshelmbloem of vogeltje-op-de-kruk. Het is een knolgewasje. In het vroege voorjaar, voordat alle bomen en struiken weer in blad staan, komt de vingerhelmbloem bovengronds. Uit de ondergrondse knol komen stengels, bladeren en uiteindelijk ook de bloemen tevoorschijn. Na de bloei wordt zaad gevormd en verspreid. Hierna sterft het plantje weer af, maar niet voordat er voldoende reservevoedsel in de knol is opgeslagen om in het volgende vroege voorjaar weer te kunnen groeien en bloeien.
In ons land komt ook een familielid voor; dit is de holwortel. Het onderscheid tussen beide planten zit in de blaadjes vlak onder de bloemen. Deze zijn bij de vingerhelmbloem handvormig ingesneden en bij de holwortel gaaf. Zoals de naam al doet vermoeden, is de knol van de holwortel inderdaad hol en dat geldt ook voor de stengels. Bij de vingerhelmbloem zijn deze massief.
In sommige streken van ons land is de vingerhelmbloem een zeldzame en van nature voorkomende plant. In veel gevallen gaat het ook om typische stinzenplanten, dus door de mens aangeplant en daarna heerlijk verwilderd. Voorwaarde voor de groei is een halfbeschaduwde plaats in loofbossen en ook in de duinen.
Voor deze foto moest ik weer eens ouderwets door de knieën en vervolgens plat op de buik. Ik moest ook mijn eigen luwte op het onderwerp van de foto creëren. Het brengt je “down to earth” en dat is ook wel eens fijn om te voelen. De kleding is daarna weer toe aan een wasbeurtje, maar ja ... dan had het ook maar geen kleding moeten worden, toch?
“De camera heeft toch wel live view?”, zal menigeen denken en dat klopt ook. Ik vind dit minder plezierig werken dan de blik door de zoeker. Dit is misschien ook wel ouderwets te noemen. Op beide manieren kun je mooie foto's maken, want het draait om degene die uiteindelijk de sluiter van de camera in werking zet. Het gebruik van de diafragma-opening f5 geeft een geringere scherptediepte. Dit effect geeft bij deze opname naar mijn mening net dat kleine beetje extra mee.
Foto gemaakt op: 23-03-2012
Afmeting: 2882x3843 pixels / 24,4x32,54 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Sigma 150mm/2.8 EX DG Macro APO HSM, FT
Diafragma: 5
Focuslengte: 150 mm.
Sluitertijd: 1/60
ISO: 200
Statief: Manfrotto tripod
Wetenschappelijke naam: Corydalis solida
De eerste school waar ik na mijn afstuderen werkte, was de Duinrandschool in Bakkum. Deze school stond op een plek in het bos in de binnenduinrand. In dit bos zag ik voor het eerst in behoorlijke aantallen de vingerhelmbloem. Een plant die ik toen al een opvallend vond. Andere namen die ook wel gebruikt worden zijn: voorjaarshelmbloem of vogeltje-op-de-kruk. Het is een knolgewasje. In het vroege voorjaar, voordat alle bomen en struiken weer in blad staan, komt de vingerhelmbloem bovengronds. Uit de ondergrondse knol komen stengels, bladeren en uiteindelijk ook de bloemen tevoorschijn. Na de bloei wordt zaad gevormd en verspreid. Hierna sterft het plantje weer af, maar niet voordat er voldoende reservevoedsel in de knol is opgeslagen om in het volgende vroege voorjaar weer te kunnen groeien en bloeien.
In ons land komt ook een familielid voor; dit is de holwortel. Het onderscheid tussen beide planten zit in de blaadjes vlak onder de bloemen. Deze zijn bij de vingerhelmbloem handvormig ingesneden en bij de holwortel gaaf. Zoals de naam al doet vermoeden, is de knol van de holwortel inderdaad hol en dat geldt ook voor de stengels. Bij de vingerhelmbloem zijn deze massief.
In sommige streken van ons land is de vingerhelmbloem een zeldzame en van nature voorkomende plant. In veel gevallen gaat het ook om typische stinzenplanten, dus door de mens aangeplant en daarna heerlijk verwilderd. Voorwaarde voor de groei is een halfbeschaduwde plaats in loofbossen en ook in de duinen.
Voor deze foto moest ik weer eens ouderwets door de knieën en vervolgens plat op de buik. Ik moest ook mijn eigen luwte op het onderwerp van de foto creëren. Het brengt je “down to earth” en dat is ook wel eens fijn om te voelen. De kleding is daarna weer toe aan een wasbeurtje, maar ja ... dan had het ook maar geen kleding moeten worden, toch?
“De camera heeft toch wel live view?”, zal menigeen denken en dat klopt ook. Ik vind dit minder plezierig werken dan de blik door de zoeker. Dit is misschien ook wel ouderwets te noemen. Op beide manieren kun je mooie foto's maken, want het draait om degene die uiteindelijk de sluiter van de camera in werking zet. Het gebruik van de diafragma-opening f5 geeft een geringere scherptediepte. Dit effect geeft bij deze opname naar mijn mening net dat kleine beetje extra mee.
Foto gemaakt op: 23-03-2012
Afmeting: 2882x3843 pixels / 24,4x32,54 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Sigma 150mm/2.8 EX DG Macro APO HSM, FT
Diafragma: 5
Focuslengte: 150 mm.
Sluitertijd: 1/60
ISO: 200
Statief: Manfrotto tripod