Fotoalbum » Planten » Paardenbloem, verwaaiende zaden, zaadpluisjes, Noordhollands Duinreservaat Castricum
Paardenbloem, verwaaiende zaden, zaadpluisjes, Noordhollands Duinreservaat Castricum
Taraxacum officinale
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Paardenbloem, verwaaiende zaden, zaadpluisjes, Noordhollands Duinreservaat Castricum
Wetenschappelijke naam: Taraxacum officinale
Hier aan de kust lijkt het altijd wel te moeten waaien. Windstilte is zeldzaam en moet je als fotograaf eigenlijk direct benutten. Die wind kan ook een uitdaging vormen; toch proberen met misschien wel een snellere sluitertijd, iso omhoog of je onderwerp zoeken op een luwe plek.
In de open duinen was de wind nadrukkelijk aanwezig en tijdens het fietsen moest je wel een tandje bijzetten. Fietsend in de luwte van een bosrand viel mijn oog op dit plaatje van een paardenbloem, die zijn zaden losliet. Het geknikte bloemhoofdje met de nog vastzittende zaadpluizen en de losse zaadpluizen eraan vast, moesten gefotografeerd worden. De bomen en struiken hielden de wind enigszins tegen, maar het licht had het nu wel iets moeilijker. Toch de boel uit de fietstassen gehaald en opgezet; met dit als resultaat. Ik ben er erg blij mee!
Voor de verspreiding van de zaden maakt de paardenbloem gebruik van de wind. Na de bloei sluit het bloemhoofdje zich weer gedeeltelijk, waarna de rijping van de zaden plaatsvindt. Aan ieder zaadje zit een soort parachuutje waardoor de wind het voor zich uit kan blazen. Aan het zaad zit een kleine vertanding. Hiermee kan het zaad zich ergens achter haken, waarna het transport onderbroken wordt en het zaad hopelijk een goede voedingsbodem heeft getroffen om te kunnen ontkiemen, groeien en bloeien. Eigenlijk zorgt deze manier van zaadverspreiding voor het grote succes van de paardenbloem. In het voorjaar kleuren grote delen van ons land geel door de grote hoeveelheid paardenbloemen. Ik vind dat een magnifiek gezicht, maar ik kan mij ook zo voorstellen, dat menige veehouder de paardenbloem maar irritant vindt, hoewel veel dieren het eten van paardenbloemen een traktatie vinden. Misschien toch nog liever paardenbloemen dan distels in de wei?
De paardenbloem wordt ook door mensen wel gegeten. De naam molsla wordt dan ook wel gebruikt om deze groente aan te duiden. Het gaat om jonge bladeren van de plant, die gebleekt worden door ze uit het licht te houden. Er wordt dan geen bladgroen aangemaakt. De oudere bladeren worden vaak bitter en zijn dan minder smakelijk. In de natuur gebeurt dit bleken wel eens spontaan. De mol werpt de grond tijdens het graven boven het maaiveld uit zijn gang. Deze molshoop bedekt soms de opkomende bladeren van de paardenbloem en de jonge bladeren die daaronder groeien, worden op de manier gebleekt. Dit verklaart de natuurlijk ook de naam molsla. In de moestuin wordt dit ook wel kunstmatig gedaan door over de molsaplanten, eigenlijk dus paardenbloemen, een pot te plaatsen, waardoor er geen licht bij de plant kan komen; bleke bladeren voor de molsla zijn het gevolg. Het eten van deze groente zou helpen bij de spijsvertering en een goede invloed hebben op bloedarmoede. Bij aandoeningen aan de gal en nieren brengt de plant volgens de informatie ook verlichting. Het eten van paardenbloemen zou de vochtafdrijving uit het lichaam bevorderen en daarom wordt de plant in sommige streken blijkbaar pisbloem genoemd; een weinig flatteuze naam eigenlijk.
Foto gemaakt op: 12-05-2012
Afmeting: 3024x4032 pixels / 25,6x34,14 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Sigma 150mm/2.8 EX DG Macro APO HSM, FT
Diafragma: 10
Focuslengte: 150 mm.
Sluitertijd: 1/20
ISO: 200
Statief: Manfrotto tripod