Fotoalbum » Planten » Lelietje van dalen, bessen, vruchten, Noordhollands Duinreservaat Heemskerk
Lelietje-van-dalen, bessen, vruchten, Noordhollands Duinreservaat Heemskerk
Convallaria majalis
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Lelietje-van-dalen, bessen, vruchten, Noordhollands Duinreservaat Heemskerk
Wetenschappelijke naam: Convallaria majalis
Het lelietje-van-dalen groeit bij ons in lichte bossen, maar wordt ook in tuinen aangeplant. Ik ben van mening, dat het een nogal woekerende tuinbewoner is. Vooral tussen straatwerk kan de plant erg lastig te bestrijden zijn. Anderen vinden weer, dat het lelietje- van-dalen mooi combineert met andere bol- of knolgewassen en vaste planten. Het is in ieder geval een goede bodembedekker, die niet wintergroen is. De voorkeur voor de standplaats is een beschaduwde bosbodem, die wel wat vocht mag bevatten. In diepe schaduw bloeien de lelietjes-van-dalen maar matig of soms zelfs helemaal niet. Je kunt de planten ook wel aantreffen in meer open duinterreinen.
De ondergrondse wortelstokken zijn veruit de meest succesvolle manier van voortplanten van de meiklokjes, zoals de planten ook wel eens genoemd worden. Mei is de maand van de hoofdbloei, maar ook in juni zijn er nog bloemen te zien. De witte klokvormige bloemen zijn hangend in een eenzijdige tros. Deze bloemen geuren ook nog eens heerlijk. Je neus gaat zelfs “op visite” als je in een bos een veldje bloeiende lelietjes-der-dalen, zoals de planten ook wel worden genoemd, tegenkomt. Na bestuiving vormen zich vanaf september oranje of rode bessen. Deze vruchten bevatten twee blauwe zaden.
De geurstoffen van deze planten werden en worden toegepast bij het maken van parfums, eau de toilettes en luchtverfrissers. De lelietjes-van-dalen zijn echter in alle delen giftig en in het verleden werd de werkzame stof ook wel toegepast bij hartritmestoornissen. Er is dus maar één conclusie op zijn plaats lekker laten staan en zeker niets van eten.
In het najaar sterven de ellipsvormige, redelijk donkergroene bladeren af. Zij verkleuren daarvoor naar geel en worden uiteindelijk bruin om vervolgens vrij snel te verteren.
In de duinen bij Heemskerk zijn op een paar plekken behoorlijke aantallen van het lelietje-van-dalen te vinden. Veel blad was op dit moment al verdwenen en hierdoor vielen deze oranje bessen nog eens extra op. Er waren maar weinig vruchten op dit plekje te zien. Voor deze opname moest ik ook nog eens diep in het stof; dus laag-bij-de-gronds fotograferen. Een ietwat oudere dame die mij met de bekende stokken passeerde, dacht in eerste instantie te maken te hebben met een slachtoffer; de fotoapparatuur viel haar pas later op. Haar woorden waren letterlijk: “Ik dacht, dat er weer één lag!” Een voor haar zeker schokkende constatering, waarvan vooral de ernst van het woordje “weer” mij in een later stadium op allerlei gedachten bracht. Ik heb haar gelukkig kunnen geruststellen met de woorden: “Deze doet het in elk geval nog!” Zo zie je maar, dat je als natuurfotograaf mensen soms de stuipen op het lijf kan jagen. Wat zou een camouflagenet dan voor uitwerking kunnen hebben op onschuldige voorbijgangers, als “dat net” dan ook nog eens in actie komt.
Foto gemaakt op: 03-11-2011
Afmeting: 3356x2517 pixels / 28,41x21,31 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Sigma 150mm/2.8 EX DG Macro APO HSM, FT
Diafragma: 16
Focuslengte: 150 mm.
Sluitertijd: 0,8
ISO: 400
Statief: Manfrotto tripod
Wetenschappelijke naam: Convallaria majalis
Het lelietje-van-dalen groeit bij ons in lichte bossen, maar wordt ook in tuinen aangeplant. Ik ben van mening, dat het een nogal woekerende tuinbewoner is. Vooral tussen straatwerk kan de plant erg lastig te bestrijden zijn. Anderen vinden weer, dat het lelietje- van-dalen mooi combineert met andere bol- of knolgewassen en vaste planten. Het is in ieder geval een goede bodembedekker, die niet wintergroen is. De voorkeur voor de standplaats is een beschaduwde bosbodem, die wel wat vocht mag bevatten. In diepe schaduw bloeien de lelietjes-van-dalen maar matig of soms zelfs helemaal niet. Je kunt de planten ook wel aantreffen in meer open duinterreinen.
De ondergrondse wortelstokken zijn veruit de meest succesvolle manier van voortplanten van de meiklokjes, zoals de planten ook wel eens genoemd worden. Mei is de maand van de hoofdbloei, maar ook in juni zijn er nog bloemen te zien. De witte klokvormige bloemen zijn hangend in een eenzijdige tros. Deze bloemen geuren ook nog eens heerlijk. Je neus gaat zelfs “op visite” als je in een bos een veldje bloeiende lelietjes-der-dalen, zoals de planten ook wel worden genoemd, tegenkomt. Na bestuiving vormen zich vanaf september oranje of rode bessen. Deze vruchten bevatten twee blauwe zaden.
De geurstoffen van deze planten werden en worden toegepast bij het maken van parfums, eau de toilettes en luchtverfrissers. De lelietjes-van-dalen zijn echter in alle delen giftig en in het verleden werd de werkzame stof ook wel toegepast bij hartritmestoornissen. Er is dus maar één conclusie op zijn plaats lekker laten staan en zeker niets van eten.
In het najaar sterven de ellipsvormige, redelijk donkergroene bladeren af. Zij verkleuren daarvoor naar geel en worden uiteindelijk bruin om vervolgens vrij snel te verteren.
In de duinen bij Heemskerk zijn op een paar plekken behoorlijke aantallen van het lelietje-van-dalen te vinden. Veel blad was op dit moment al verdwenen en hierdoor vielen deze oranje bessen nog eens extra op. Er waren maar weinig vruchten op dit plekje te zien. Voor deze opname moest ik ook nog eens diep in het stof; dus laag-bij-de-gronds fotograferen. Een ietwat oudere dame die mij met de bekende stokken passeerde, dacht in eerste instantie te maken te hebben met een slachtoffer; de fotoapparatuur viel haar pas later op. Haar woorden waren letterlijk: “Ik dacht, dat er weer één lag!” Een voor haar zeker schokkende constatering, waarvan vooral de ernst van het woordje “weer” mij in een later stadium op allerlei gedachten bracht. Ik heb haar gelukkig kunnen geruststellen met de woorden: “Deze doet het in elk geval nog!” Zo zie je maar, dat je als natuurfotograaf mensen soms de stuipen op het lijf kan jagen. Wat zou een camouflagenet dan voor uitwerking kunnen hebben op onschuldige voorbijgangers, als “dat net” dan ook nog eens in actie komt.
Foto gemaakt op: 03-11-2011
Afmeting: 3356x2517 pixels / 28,41x21,31 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Sigma 150mm/2.8 EX DG Macro APO HSM, FT
Diafragma: 16
Focuslengte: 150 mm.
Sluitertijd: 0,8
ISO: 400
Statief: Manfrotto tripod