Fotoalbum » Vogels » Scholekster, bij water langs Aagtendijk, Wijkermeerpolder
Scholekster, bij water langs Aagtendijk, Wijkermeerpolder
Haematopus ostralegus
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Scholekster, bij water Aagtendijk, Wijkermeerpolder
Wetenschappelijke naam: Haematopus ostralegus
Van een echte duin- en kustbewoner is de scholekster veranderd in een weidevogel. Toegegeven op het strand en in sommige duingebieden is deze vogel nog steeds te zien. Het waddengebied is ook een vaste pleisterplaats voor vele scholeksters, maar dat geldt voor heel veel steltlopers. Zij zoeken op het drooggevallen wad naar voedsel. Bij vloed worden de hoogwatervluchtplaatsen op het vaste land weer opgezocht om te rusten. Hun menu bestaat uit: schelpdieren, en dan bij voorkeur mosselen, kokkels en nonnetjes ; verder ook kleine krabbetjes en garnalen. Wormen en insecten(larven) worden ook niet versmaad.
Met hun lange, fel oranje snavel wordt in de bodem geboord naar prooidiertjes. Dit gespecialiseerde stuk “gereedschap” maakt het voor de scholekster ook mogelijk om de schelpen open te wrikken om zo bij het weekdier tussen de kleppen te komen.
Scholeksters zijn jaarrond te zien, maar 's winters vooral in de kustgebieden. De broedvogels uit het hoge noorden sluiten zich hier dan vaak bij aan.
Het jaar 2008 was uitgeroepen tot het jaar van de scholekster. Dit om extra aandacht te besteden aan de achteruitgang van de aantallen scholeksters. Sinds het midden der jaren tachtig worden steeds minder scholeksters waargenomen. Als een belangrijke oorzaak wordt de vermindering van het voedselaanbod gezien. De kokkel- en mosselvisserij wordt hierbij als grote boosdoener aangewezen. Ik denk, dat de grote recreatiedruk in onze kustgebieden de scholekster naar de weidegebieden heeft verwezen en mogelijk ook wel een aandeel heeft geleverd aan het afnemen van het aantal van deze bonte pieten. Het aantal territoria is hierdoor natuurlijk duidelijk afgenomen. Bonte Piet is overigens een volksnaam, die veel voor deze zwart-witte vogel wordt gebruikt.
Net als veel andere weidevogels leggen scholeksters hun eieren in een eenvoudig kuiltje op de grond. De stoffering van het nest heeft echt niet veel om het lijf. Veel scholeksterparen zijn voor het broeden uitgeweken naar platte daken met grind. Een surrogaat voor de schelpenstranden, waar deze vogels vroeger vaak broedden. Een bijkomend voordeel is feit, dat het legsel onbereikbaar is voor veel op de grond levende predatoren; zoals bijvoorbeeld de vos. Voedsel is hier natuurlijk niet of nauwelijks te vinden, maar de jongen worden de eerste tijd toch door de oude vogels gevoerd. Dit in tegenstelling tot de andere weidevogels, waarbij de jongen al heel snel hun eigen kostje bij elkaar moeten scharrelen.
Foto gemaakt op: 05-04-2009
Afmeting: 2736x3648 pixels / 23,16x30,89 cm
Bestanden: tiff / jpeg / raw
Camera: Olympus E3
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm, four-thirds
Diafragma: 11
Focuslengte: 449 mm.
Sluitertijd: 1/100
ISO: 100
Statief: Manfrotto tripod
Wetenschappelijke naam: Haematopus ostralegus
Van een echte duin- en kustbewoner is de scholekster veranderd in een weidevogel. Toegegeven op het strand en in sommige duingebieden is deze vogel nog steeds te zien. Het waddengebied is ook een vaste pleisterplaats voor vele scholeksters, maar dat geldt voor heel veel steltlopers. Zij zoeken op het drooggevallen wad naar voedsel. Bij vloed worden de hoogwatervluchtplaatsen op het vaste land weer opgezocht om te rusten. Hun menu bestaat uit: schelpdieren, en dan bij voorkeur mosselen, kokkels en nonnetjes ; verder ook kleine krabbetjes en garnalen. Wormen en insecten(larven) worden ook niet versmaad.
Met hun lange, fel oranje snavel wordt in de bodem geboord naar prooidiertjes. Dit gespecialiseerde stuk “gereedschap” maakt het voor de scholekster ook mogelijk om de schelpen open te wrikken om zo bij het weekdier tussen de kleppen te komen.
Scholeksters zijn jaarrond te zien, maar 's winters vooral in de kustgebieden. De broedvogels uit het hoge noorden sluiten zich hier dan vaak bij aan.
Het jaar 2008 was uitgeroepen tot het jaar van de scholekster. Dit om extra aandacht te besteden aan de achteruitgang van de aantallen scholeksters. Sinds het midden der jaren tachtig worden steeds minder scholeksters waargenomen. Als een belangrijke oorzaak wordt de vermindering van het voedselaanbod gezien. De kokkel- en mosselvisserij wordt hierbij als grote boosdoener aangewezen. Ik denk, dat de grote recreatiedruk in onze kustgebieden de scholekster naar de weidegebieden heeft verwezen en mogelijk ook wel een aandeel heeft geleverd aan het afnemen van het aantal van deze bonte pieten. Het aantal territoria is hierdoor natuurlijk duidelijk afgenomen. Bonte Piet is overigens een volksnaam, die veel voor deze zwart-witte vogel wordt gebruikt.
Net als veel andere weidevogels leggen scholeksters hun eieren in een eenvoudig kuiltje op de grond. De stoffering van het nest heeft echt niet veel om het lijf. Veel scholeksterparen zijn voor het broeden uitgeweken naar platte daken met grind. Een surrogaat voor de schelpenstranden, waar deze vogels vroeger vaak broedden. Een bijkomend voordeel is feit, dat het legsel onbereikbaar is voor veel op de grond levende predatoren; zoals bijvoorbeeld de vos. Voedsel is hier natuurlijk niet of nauwelijks te vinden, maar de jongen worden de eerste tijd toch door de oude vogels gevoerd. Dit in tegenstelling tot de andere weidevogels, waarbij de jongen al heel snel hun eigen kostje bij elkaar moeten scharrelen.
Foto gemaakt op: 05-04-2009
Afmeting: 2736x3648 pixels / 23,16x30,89 cm
Bestanden: tiff / jpeg / raw
Camera: Olympus E3
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm, four-thirds
Diafragma: 11
Focuslengte: 449 mm.
Sluitertijd: 1/100
ISO: 100
Statief: Manfrotto tripod