Fotoalbum » Vogels » Fitis, met snavel vol rupsen, Noordhollands Duinreservaat Castricum
Fitis, met snavel vol rupsen, Noordhollands Duinreservaat Castricum
Phylloscopus trochilus
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Fitis, met snavel vol rupsen, Noordhollands Duinreservaat Castricum
Wetenschappelijke naam: Phylloscopus trochilus
De fitis is een zangvogel, die in ons land licht in aantal toeneemt, maar ook wel algemeen voorkomt. De vogel lijkt veel op de tjiftjaf (Phylloscopus collybita). Alleen de zang en de kleur van de poten maakt een onderscheid tussen de beide soorten voor een niet zo'n ervaren vogelaar mogelijk. De fitis heeft duidelijk lichtere oranje-gele poten; bij de tjiftjaf zijn deze praktisch zwart. De zang van de fitis bestaat uit een reeks aflopende tonen. De tiftjaf laat zich horen door een bijna perfecte uitroep van zijn eigen naam. Wat de rest van de kenmerken betreft zijn de soorten bijna een tweeling.
De fitisman komt in het voorjaar als eerste aan in Nederland om alvast een territorium te bezetten. Het vrouwtje volgt later en beide echtelieden zullen vanaf maart tot in augustus waarneembaar zijn. Daarna nemen de fitissen de wijk naar Midden-Afrika om aldaar te overwinteren. Voor die tijd heeft de fitis wel een extra vetvoorraadje aangelegd, wat moet helpen om de overtocht te kunnen volbrengen. De tjiftjaf maakt niet zoveel werk van de reis en strandt meestal in Zuid-Europa. Het is zelfs bekend, dat van de laatste in zachte winters een aantal vogels helemaal geen aanstalten zal maken om te vertrekken.
De fitis is altijd druk in de weer met het zoeken naar voedsel, dat bestaat uit: spinnen, rupsen en andere insecten; een echte vleeseter dus. Dit zorgt er ook voor dat het een beweeglijke vogel is. Polygamie komt bij de fitis veelvuldig voor en de mannetjes helpen dan ook vaak bij het grootbrengen van verschillende nesten met jongen.
Deze fitis heeft een snavel vol met rupsen; er zijn dus jongen in de buurt. Nu hebben de insecteneters onder vogels een “gouden jaar”; het krioelt op dit moment in de natuur van de rupsen. Een soort “tafeltje-dek-je” dus. Dit stelt de vogels zeker in staat om twee legsels groot te brengen, wat meestal het geval is.
Het was weer eens winderig vandaag; zie ook de opwaaiende borstveren. Op de dunne takken van de meidoorn zittend bleef de fitis hierdoor constant in beweging. Lastig om te fotograferen, want de compositie veranderde ook voortdurend. Ook de scherpte van de opname is op zo'n moment moeilijker te realiseren. Ik mocht, en zo ervaarde ik het ook, redelijk dichtbij komen. Toch heb ik voor de compositie een iets kleinere uitsnede gemaakt.
Foto gemaakt op: 02-06-2010
Afmeting: 3474x2606 pixels / 29,41x22,06 cm
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E3
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm., four-thirds
Diafragma: 8
Focuslengte: 500 mm.
Sluitertijd: 1/320
ISO: 100
Statief: Manfrotto tripod
N.B. De foto is bijgesneden!
Wetenschappelijke naam: Phylloscopus trochilus
De fitis is een zangvogel, die in ons land licht in aantal toeneemt, maar ook wel algemeen voorkomt. De vogel lijkt veel op de tjiftjaf (Phylloscopus collybita). Alleen de zang en de kleur van de poten maakt een onderscheid tussen de beide soorten voor een niet zo'n ervaren vogelaar mogelijk. De fitis heeft duidelijk lichtere oranje-gele poten; bij de tjiftjaf zijn deze praktisch zwart. De zang van de fitis bestaat uit een reeks aflopende tonen. De tiftjaf laat zich horen door een bijna perfecte uitroep van zijn eigen naam. Wat de rest van de kenmerken betreft zijn de soorten bijna een tweeling.
De fitisman komt in het voorjaar als eerste aan in Nederland om alvast een territorium te bezetten. Het vrouwtje volgt later en beide echtelieden zullen vanaf maart tot in augustus waarneembaar zijn. Daarna nemen de fitissen de wijk naar Midden-Afrika om aldaar te overwinteren. Voor die tijd heeft de fitis wel een extra vetvoorraadje aangelegd, wat moet helpen om de overtocht te kunnen volbrengen. De tjiftjaf maakt niet zoveel werk van de reis en strandt meestal in Zuid-Europa. Het is zelfs bekend, dat van de laatste in zachte winters een aantal vogels helemaal geen aanstalten zal maken om te vertrekken.
De fitis is altijd druk in de weer met het zoeken naar voedsel, dat bestaat uit: spinnen, rupsen en andere insecten; een echte vleeseter dus. Dit zorgt er ook voor dat het een beweeglijke vogel is. Polygamie komt bij de fitis veelvuldig voor en de mannetjes helpen dan ook vaak bij het grootbrengen van verschillende nesten met jongen.
Deze fitis heeft een snavel vol met rupsen; er zijn dus jongen in de buurt. Nu hebben de insecteneters onder vogels een “gouden jaar”; het krioelt op dit moment in de natuur van de rupsen. Een soort “tafeltje-dek-je” dus. Dit stelt de vogels zeker in staat om twee legsels groot te brengen, wat meestal het geval is.
Het was weer eens winderig vandaag; zie ook de opwaaiende borstveren. Op de dunne takken van de meidoorn zittend bleef de fitis hierdoor constant in beweging. Lastig om te fotograferen, want de compositie veranderde ook voortdurend. Ook de scherpte van de opname is op zo'n moment moeilijker te realiseren. Ik mocht, en zo ervaarde ik het ook, redelijk dichtbij komen. Toch heb ik voor de compositie een iets kleinere uitsnede gemaakt.
Foto gemaakt op: 02-06-2010
Afmeting: 3474x2606 pixels / 29,41x22,06 cm
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E3
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm., four-thirds
Diafragma: 8
Focuslengte: 500 mm.
Sluitertijd: 1/320
ISO: 100
Statief: Manfrotto tripod
N.B. De foto is bijgesneden!