Fotoalbum » Bomen » Populier, bast, schors, gedeeltelijk bedekt met sneeuw, Noordhollands Duinreservaat Heemskerk
Populier, bast, schors, gedeeltelijk bedekt met sneeuw, Noordhollands Duinreservaat Heemskerk
Populus
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Populier, bast, schors, gedeeltelijk bedekt met sneeuw, Noordhollands Duinreservaat Heemskerk
Wetenschappelijke naam: Populus
De schors van een boom vormt de uitwendige beschermingslaag. De bast is meestal niet elastisch en zal bij diktegroei vaak scheuren. Soms blijft een bast mooi dun en glad, zoals bij een beuk (Fagus sylvatica). De kleur kan heel erg variëren, maar bruin is toch wel een veelvuldig voorkomende tint. Ook kunnen er algen, mossen en korstmossen op de schors van bomen en struiken groeien. Om de onderliggende levende laag van zuurstof te kunnen voorzien, zijn in de bast kleine openingen aanwezig. Deze worden lenticellen genoemd en zijn vergelijkbaar met de huidmondjes in het blad van een boom. Onder de bast bevindt zich het cambium. Dit is de levende laag, die zorgt voor de groei in de breedte. Hieronder vinden we het dode kernhout, wat de boom zijn stevigheid geeft. De schors en het cambium zijn in verhouding maar twee hele dunne lagen. In het cambium, dus de levende laag, lopen de vaten, waardoor het transport van water en meststoffen en de suikers (zetmeel) plaatsvindt.
In de duinen heb ik al vaker even stil gestaan bij deze oude populier. Scheef gegroeid en voorzien van een ruwe gebarsten, bruine schors trotseert deze boom eigenlijk de nimmer aflatende zwaartekracht. Ik sta dan echt te kijken van de weerbarstigheid van zo'n boom. Door de scheve groei kon er vannacht een tweedeling van kleuren optreden. Een laagje verse sneeuw bedekte de bovenkant van de stam en de naden in de bast zijn duidelijk zichtbaar als kleine “geultjes” in het witte dek. De optredende dooi bleek nog niet sterk genoeg om de sneeuw te doen smelten. Gelukkig niet.
Populieren worden niet zo oud. Zij groeien daarentegen wel heel snel. Voor mijn gevoel is deze boom al behoorlijk op leeftijd; voor een populier dan wel te verstaan. Andere boomsoorten zijn op deze leeftijd misschien nog niet eens in de puberteit.
De “peppel”, als eigenaar van deze bast, kan mij misschien wel versteld doen staan en zich nog lange tijd in het voorjaar iedere keer opnieuw tooien met mooie, frisse, lichtgroene bladeren. In de zomer verkleurt het blad dan naar een diep verzadigde, donkergroene kleur om uiteindelijk in het najaar, na een meestal gele verkleuring, afgestoten te worden met als enig doel de boom de barre winter te laten overleven. Wat een mooie cyclus eigenlijk!
Foto gemaakt op: 30-01-2010
Afmeting: 3648x2736 pixels / 30,89x23,16 cm
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E3
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm., four-thirds
Diafragma: 8
Focuslengte: 149 mm.
Sluitertijd: 1/30
ISO: 100
Statief: Manfrotto tripod
Wetenschappelijke naam: Populus
De schors van een boom vormt de uitwendige beschermingslaag. De bast is meestal niet elastisch en zal bij diktegroei vaak scheuren. Soms blijft een bast mooi dun en glad, zoals bij een beuk (Fagus sylvatica). De kleur kan heel erg variëren, maar bruin is toch wel een veelvuldig voorkomende tint. Ook kunnen er algen, mossen en korstmossen op de schors van bomen en struiken groeien. Om de onderliggende levende laag van zuurstof te kunnen voorzien, zijn in de bast kleine openingen aanwezig. Deze worden lenticellen genoemd en zijn vergelijkbaar met de huidmondjes in het blad van een boom. Onder de bast bevindt zich het cambium. Dit is de levende laag, die zorgt voor de groei in de breedte. Hieronder vinden we het dode kernhout, wat de boom zijn stevigheid geeft. De schors en het cambium zijn in verhouding maar twee hele dunne lagen. In het cambium, dus de levende laag, lopen de vaten, waardoor het transport van water en meststoffen en de suikers (zetmeel) plaatsvindt.
In de duinen heb ik al vaker even stil gestaan bij deze oude populier. Scheef gegroeid en voorzien van een ruwe gebarsten, bruine schors trotseert deze boom eigenlijk de nimmer aflatende zwaartekracht. Ik sta dan echt te kijken van de weerbarstigheid van zo'n boom. Door de scheve groei kon er vannacht een tweedeling van kleuren optreden. Een laagje verse sneeuw bedekte de bovenkant van de stam en de naden in de bast zijn duidelijk zichtbaar als kleine “geultjes” in het witte dek. De optredende dooi bleek nog niet sterk genoeg om de sneeuw te doen smelten. Gelukkig niet.
Populieren worden niet zo oud. Zij groeien daarentegen wel heel snel. Voor mijn gevoel is deze boom al behoorlijk op leeftijd; voor een populier dan wel te verstaan. Andere boomsoorten zijn op deze leeftijd misschien nog niet eens in de puberteit.
De “peppel”, als eigenaar van deze bast, kan mij misschien wel versteld doen staan en zich nog lange tijd in het voorjaar iedere keer opnieuw tooien met mooie, frisse, lichtgroene bladeren. In de zomer verkleurt het blad dan naar een diep verzadigde, donkergroene kleur om uiteindelijk in het najaar, na een meestal gele verkleuring, afgestoten te worden met als enig doel de boom de barre winter te laten overleven. Wat een mooie cyclus eigenlijk!
Foto gemaakt op: 30-01-2010
Afmeting: 3648x2736 pixels / 30,89x23,16 cm
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E3
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm., four-thirds
Diafragma: 8
Focuslengte: 149 mm.
Sluitertijd: 1/30
ISO: 100
Statief: Manfrotto tripod