Fotoalbum » Bomen » Beuk, zaailing, tussen dor beukenblad, Elswout
Beuk, zaailing, tussen dor beukenblad, Elswout
Fagus sylvatica
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Beuk, zaailing, tussen dor beukenblad, Elswout
Wetenschappelijke naam: Fagus sylvatica
Het jonge groen “spat” weer uit de grond. Overal waar je kijkt zie je fris groen boven de bodem uitkomen. De zaden, die voor de winter op en in de strooisellaag terecht zijn gekomen, ontkiemen nu de daglengte langer wordt en de temperaturen oplopen.
Wie daar oog voor heeft, kan ook de kiemblaadjes van de jonge bomen zien opkomen. Eigenlijk is dat heel wonderlijk. Uit een betrekkelijk kleine zaadje, het beukennootje moet uiteindelijk na soms wel honderden jaren een woudreus groeien, die met twee armen niet meer te omvatten is. De afmeting van het zaad van een beuk is in verhouding best wel groot te noemen ten opzichte van het zaad van bijvoorbeeld een orchidee. Het laatst genoemde zaad is stoffijn en kan zelfs door de wind verspreid worden zonder hulpmiddelen zoals een vleugeltje of een pluisje. Een kastanje daarentegen is weer behoorlijk groter dan een beukennootje en ook hier groeit een forse boom uit.
Op landgoed Elswout groeien veel beuken. Een aantal hiervan is aan het einde van de levenscyclus gekomen en is dood of zeer verzwakt. Voor de opvolgers wordt alweer gezorgd, als deze tenminste het volwassen stadium halen. Vele aanslagen zullen op de jonge kiemplanten en jonge boompjes gepleegd worden.
Een belangrijk element voor een goede groei, naast vocht en voeding, is licht. Op de bosbodem ontbreekt het hier vaak aan en menig jonge spruit zal kwarrend ten onder gaan door lichtgebrek veroorzaakt door zijn eigen ouder.
Als je op dit moment de moeite neemt om er op te letten, zie je steeds meer jonge boompjes. Enkelen daarvan dragen het zaadhuidje nog. Na het ontkiemen van het zaad komen steevast eerst de kiemblaadjes bovengronds. Bij veel planten zijn dat er twee; dit zijn de tweezaadlobbigen. In deze kiemblaadjes zit reservevoedsel voor de eerste groei van de echte blaadjes, die op hun beurt uit water met daarin opgeloste voedingsstoffen en zonlicht in het bladgroen de eerste zetmeel gaan produceren. Dit is een soort suiker wat gebruikt wordt voor de verdere groei van de plant / boom. Er bestaan dus ook éénzaadlobbigen, waaruit dus maar één kiemblaadje tevoorschijn komt. Grassen behoren tot de éénzaadlobbigen.
De beukenzaailing op deze foto is ontkiemd in een strooisellaag die bijna geheel bestaat uit beukenafval: beukenblad, takjes en napjes van de nootjes die in voorgaande jaren verspreid zijn. Beukenblad verteert maar langzaam en door gebrek aan licht onder de beuken groeien er verder niet zoveel planten. Of deze nakomeling tot een majestueuze boom zal uitgroeien is dus erg onzeker, maar ook in dit prille stadium vind ik het een klein wondertje van moeder natuur.
Foto gemaakt op: 23-03-2012
Afmeting: 4032x3024 pixels / 34,14x25,6 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Sigma 150mm/2.8 EX DG Macro APO HSM, FT
Diafragma: 6,3
Focuslengte: 150 mm.
Sluitertijd: 1/60
ISO: 200
Statief: Manfrotto tripod
Wetenschappelijke naam: Fagus sylvatica
Het jonge groen “spat” weer uit de grond. Overal waar je kijkt zie je fris groen boven de bodem uitkomen. De zaden, die voor de winter op en in de strooisellaag terecht zijn gekomen, ontkiemen nu de daglengte langer wordt en de temperaturen oplopen.
Wie daar oog voor heeft, kan ook de kiemblaadjes van de jonge bomen zien opkomen. Eigenlijk is dat heel wonderlijk. Uit een betrekkelijk kleine zaadje, het beukennootje moet uiteindelijk na soms wel honderden jaren een woudreus groeien, die met twee armen niet meer te omvatten is. De afmeting van het zaad van een beuk is in verhouding best wel groot te noemen ten opzichte van het zaad van bijvoorbeeld een orchidee. Het laatst genoemde zaad is stoffijn en kan zelfs door de wind verspreid worden zonder hulpmiddelen zoals een vleugeltje of een pluisje. Een kastanje daarentegen is weer behoorlijk groter dan een beukennootje en ook hier groeit een forse boom uit.
Op landgoed Elswout groeien veel beuken. Een aantal hiervan is aan het einde van de levenscyclus gekomen en is dood of zeer verzwakt. Voor de opvolgers wordt alweer gezorgd, als deze tenminste het volwassen stadium halen. Vele aanslagen zullen op de jonge kiemplanten en jonge boompjes gepleegd worden.
Een belangrijk element voor een goede groei, naast vocht en voeding, is licht. Op de bosbodem ontbreekt het hier vaak aan en menig jonge spruit zal kwarrend ten onder gaan door lichtgebrek veroorzaakt door zijn eigen ouder.
Als je op dit moment de moeite neemt om er op te letten, zie je steeds meer jonge boompjes. Enkelen daarvan dragen het zaadhuidje nog. Na het ontkiemen van het zaad komen steevast eerst de kiemblaadjes bovengronds. Bij veel planten zijn dat er twee; dit zijn de tweezaadlobbigen. In deze kiemblaadjes zit reservevoedsel voor de eerste groei van de echte blaadjes, die op hun beurt uit water met daarin opgeloste voedingsstoffen en zonlicht in het bladgroen de eerste zetmeel gaan produceren. Dit is een soort suiker wat gebruikt wordt voor de verdere groei van de plant / boom. Er bestaan dus ook éénzaadlobbigen, waaruit dus maar één kiemblaadje tevoorschijn komt. Grassen behoren tot de éénzaadlobbigen.
De beukenzaailing op deze foto is ontkiemd in een strooisellaag die bijna geheel bestaat uit beukenafval: beukenblad, takjes en napjes van de nootjes die in voorgaande jaren verspreid zijn. Beukenblad verteert maar langzaam en door gebrek aan licht onder de beuken groeien er verder niet zoveel planten. Of deze nakomeling tot een majestueuze boom zal uitgroeien is dus erg onzeker, maar ook in dit prille stadium vind ik het een klein wondertje van moeder natuur.
Foto gemaakt op: 23-03-2012
Afmeting: 4032x3024 pixels / 34,14x25,6 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Sigma 150mm/2.8 EX DG Macro APO HSM, FT
Diafragma: 6,3
Focuslengte: 150 mm.
Sluitertijd: 1/60
ISO: 200
Statief: Manfrotto tripod