Fotoalbum » Bomen » Beuk, met afgebroken tak in Rijsterbos, Gaasterland, Friesland
Beuk, met afgebroken tak in Rijsterbos, Gaasterland, Friesland
Fagus sylvatica
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Beuk, met afgebroken tak in Rijsterbos, Gaasterland, Friesland
Wetenschappelijke naam: Fagus sylvatica
Boompje groot, plantertje dood; is een bekend gezegde. Het gaat niet op voor alle boomsoorten, maar er zijn inderdaad langzaam groeiende soorten bij. De zomereik (Quercus robur) is er zo één. Ook beuken staan bekend om een niet zo snelle groei. Een voordeel, wat hierdoor wel ontstaat is de hardheid van het hout. Bomen met een trage groei hebben in het algemeen hout wat veel langer meegaat. Dit is in de bosbouw natuurlijk een belangrijke eigenschap. Economisch gezien is het hout veel meer waard dan dat van snel groeiende bomen zoals; populier (Populus soorten) en wilg (Salix soorten).
Naar mijn mening zijn van alle bomen monumentale exemplaren te vinden. Op mij maken oude eiken en beuken altijd erg veel indruk; zeker wanneer zij alle ruimte hebben (gehad) om zich te ontwikkelen. De leeftijd van bomen is moeilijk in te schatten, tenzij bekend is wanneer een boom aangeplant is. Anders kun je pas na het omzagen door middel van het tellen van jaarringen de leeftijd van het slachtoffer bepalen. Het kwaad is dan inmiddels geschied. Ik denk, dat het belang van bomen in onze leefomgeving nog wel eens onderschat wordt. Met veel gemak zie ik bomen sneuvelen voor infrastructurele werken. Het duurt weer jaren voordat een jonge boom dezelfde grootte heeft bereikt. Ik praat nog net niet met ze, maar ervaar wel een weldadig gevoel onder oudere bomen. Groen maakt mij echt gelukkig!
Bomen kunnen ook gewond raken. Ziekte en schimmels (paddenstoelen) plegen daarna soms letterlijk een aanslag op een boom. Ook het weer kan een slagveld onder bomen aanrichten; denk maar eens aan een zware storm. Een enkele keer kan het eigen gewicht een rol spelen bij verwonding van een boom. Een te zware tak kan afscheuren; meestal in combinatie met een van de bovengenoemde factoren. De beuk op deze foto heeft eenzelfde lot ondergaan (dit vermoed ik tenminste). Imposant is de boom wel, maar de verwonding is er niet minder om. Bomen zullen al snel starten met het aanmaken van een soort littekenweefsel callus genaamd. Grote wonden hebben veel tijd nodig om hierdoor bedekt te worden en vaak lukt het ook niet helemaal. Zo'n beschadiging vormt wel weer een invalspoort voor ziektenkiemen. Dankzij hun “hardheid” kunnen beuken gelukkig echt wel tegen een stootje.
Helemaal storend vind ik de gewoonte om namen in de bast van een boom te kerven. Doe normaal; je zou het zelf ook niet waarderen, als iemand zijn of haar naam in jouw huid zou graveren met een mes. Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe(t) dat ook een ander niet en dat gaat zeker ook op voor bomen.
Foto gemaakt op: 20-03-2009
Afmeting: 2560x1920 pixels / 21,67x16,26 cm
Bestanden: tiff / jpeg / raw
Camera: Olympus E1
Gebruikte lens: Zuiko 14-45 mm, four-thirds
Diafragma: 10
Focuslengte: 14 mm
Sluitertijd: 1/80
ISO: 100
Statief: geen
Wetenschappelijke naam: Fagus sylvatica
Boompje groot, plantertje dood; is een bekend gezegde. Het gaat niet op voor alle boomsoorten, maar er zijn inderdaad langzaam groeiende soorten bij. De zomereik (Quercus robur) is er zo één. Ook beuken staan bekend om een niet zo snelle groei. Een voordeel, wat hierdoor wel ontstaat is de hardheid van het hout. Bomen met een trage groei hebben in het algemeen hout wat veel langer meegaat. Dit is in de bosbouw natuurlijk een belangrijke eigenschap. Economisch gezien is het hout veel meer waard dan dat van snel groeiende bomen zoals; populier (Populus soorten) en wilg (Salix soorten).
Naar mijn mening zijn van alle bomen monumentale exemplaren te vinden. Op mij maken oude eiken en beuken altijd erg veel indruk; zeker wanneer zij alle ruimte hebben (gehad) om zich te ontwikkelen. De leeftijd van bomen is moeilijk in te schatten, tenzij bekend is wanneer een boom aangeplant is. Anders kun je pas na het omzagen door middel van het tellen van jaarringen de leeftijd van het slachtoffer bepalen. Het kwaad is dan inmiddels geschied. Ik denk, dat het belang van bomen in onze leefomgeving nog wel eens onderschat wordt. Met veel gemak zie ik bomen sneuvelen voor infrastructurele werken. Het duurt weer jaren voordat een jonge boom dezelfde grootte heeft bereikt. Ik praat nog net niet met ze, maar ervaar wel een weldadig gevoel onder oudere bomen. Groen maakt mij echt gelukkig!
Bomen kunnen ook gewond raken. Ziekte en schimmels (paddenstoelen) plegen daarna soms letterlijk een aanslag op een boom. Ook het weer kan een slagveld onder bomen aanrichten; denk maar eens aan een zware storm. Een enkele keer kan het eigen gewicht een rol spelen bij verwonding van een boom. Een te zware tak kan afscheuren; meestal in combinatie met een van de bovengenoemde factoren. De beuk op deze foto heeft eenzelfde lot ondergaan (dit vermoed ik tenminste). Imposant is de boom wel, maar de verwonding is er niet minder om. Bomen zullen al snel starten met het aanmaken van een soort littekenweefsel callus genaamd. Grote wonden hebben veel tijd nodig om hierdoor bedekt te worden en vaak lukt het ook niet helemaal. Zo'n beschadiging vormt wel weer een invalspoort voor ziektenkiemen. Dankzij hun “hardheid” kunnen beuken gelukkig echt wel tegen een stootje.
Helemaal storend vind ik de gewoonte om namen in de bast van een boom te kerven. Doe normaal; je zou het zelf ook niet waarderen, als iemand zijn of haar naam in jouw huid zou graveren met een mes. Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe(t) dat ook een ander niet en dat gaat zeker ook op voor bomen.
Foto gemaakt op: 20-03-2009
Afmeting: 2560x1920 pixels / 21,67x16,26 cm
Bestanden: tiff / jpeg / raw
Camera: Olympus E1
Gebruikte lens: Zuiko 14-45 mm, four-thirds
Diafragma: 10
Focuslengte: 14 mm
Sluitertijd: 1/80
ISO: 100
Statief: geen