Fotoalbum » Paddenstoelen » Grote bloedsteelmycena, op dood hout, Noordhollands Duinreservaat Bakkum
Grote bloedsteelmycena, op dood hout, Noordhollands Duinreservaat Bakkum
Mycena haematopus
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Grote bloedsteelmycena, op dood hout, Noordhollands Duinreservaat Bakkum
Wetenschappelijke naam: Mycena haematopus
Waarschuwing:
Het juist determineren van paddenstoelen is soms een lastig karwei. De namen van paddenstoelen gebruikt op deze site geven geen garantie op de juistheid van de determinatie. Vergissingen zijn mogelijk en kunnen soms verstrekkende gevolgen hebben!!!
Uit de familie van de Mycena's zijn in ons land verschillende soorten vertegenwoordigd. Andere bekende Mycena's zijn o.a.: de melksteelmycena (Mycena galopus), de bundelmycena (Mycena arcangeliana) en de helmmycena (Mycena galericulata). Deze opsomming is in het geheel niet compleet en dat besef ik terdege.
De grote bloedsteelmycena is een algemeen voorkomende soort, die te zien is van de zomer tot in de herfst. Bij beschadiging scheidt de paddenstoel een roodbruin sap, volgens de overleveringen op bloed gelijkend, af, waar de soort zijn naam natuurlijk aan te danken heeft. Uit de melksteelmycena komt na beschadiging vanzelfsprekend dus een wit sap tevoorschijn.
De kleur van de hoed kan variëren van vleeskleurig tot roodbruin en purper en heeft een gekartelde rand. Het is een plaatjeszwam, die saprofitisch leeft. Dit houdt in dat de schimmel, waar deze paddenstoel het vruchtlichaam van is, leeft op dood materiaal. Hij ruimt dus afval op. Je kunt de paddenstoelen vooral vinden op loofhout en dan bij voorkeur op beuken- of eikenhout. Een enkele keer wordt de grote bloedsteelmycena ook wel gevonden op naaldhout.
Zoals de naam al doet vermoeden bestaat er ook een kleine bloedsteelmycena (Mycena sanguinolenta), die vrij algemeen voorkomt en minder specialistisch is in het op te ruimen afval. De kleine variant is dus op veel meer plaatsen te vinden dan zijn grote familielid.
Deze foto is al een aantal jaren geleden gemaakt en is kortgeleden door mij uit mijn archief “opgevist”. Soms is het dus niet alleen nuttig, maar ook goed om op aanvraag weer eens in de archieven te duiken.
Ondanks het gebruik van de flitser vallen de schaduwen nauwelijks op. Die schaduwwerking is voor mij overigens een reden om het flitslicht tegenwoordig sporadisch en dan ook nog zeer beperkt, lees eigenlijk op minimaal noodzakelijke sterkte, te gebruiken bij de opnames van paddenstoelen. Het liefst gebruik ik het statief en een langere sluitertijd om paddenstoelen op de geheugenkaart vast te leggen. Het gebruik van de zelfontspanner en vaak ook de antishock-instelling van de camera staan dan garant voor bewegingsvrije fotografie.
Foto gemaakt op: 02-09-2006
Afmeting: 3072x2304 pixels / 26,01x19,51 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E1
Gebruikte lens: Zuiko 14-45 mm, four-thirds
Diafragma: 5,6
Focuslengte: 45 mm.
Sluitertijd: 1/80
ISO: 100
Flitser: Ja
Statief: Uit de hand
Wetenschappelijke naam: Mycena haematopus
Waarschuwing:
Het juist determineren van paddenstoelen is soms een lastig karwei. De namen van paddenstoelen gebruikt op deze site geven geen garantie op de juistheid van de determinatie. Vergissingen zijn mogelijk en kunnen soms verstrekkende gevolgen hebben!!!
Uit de familie van de Mycena's zijn in ons land verschillende soorten vertegenwoordigd. Andere bekende Mycena's zijn o.a.: de melksteelmycena (Mycena galopus), de bundelmycena (Mycena arcangeliana) en de helmmycena (Mycena galericulata). Deze opsomming is in het geheel niet compleet en dat besef ik terdege.
De grote bloedsteelmycena is een algemeen voorkomende soort, die te zien is van de zomer tot in de herfst. Bij beschadiging scheidt de paddenstoel een roodbruin sap, volgens de overleveringen op bloed gelijkend, af, waar de soort zijn naam natuurlijk aan te danken heeft. Uit de melksteelmycena komt na beschadiging vanzelfsprekend dus een wit sap tevoorschijn.
De kleur van de hoed kan variëren van vleeskleurig tot roodbruin en purper en heeft een gekartelde rand. Het is een plaatjeszwam, die saprofitisch leeft. Dit houdt in dat de schimmel, waar deze paddenstoel het vruchtlichaam van is, leeft op dood materiaal. Hij ruimt dus afval op. Je kunt de paddenstoelen vooral vinden op loofhout en dan bij voorkeur op beuken- of eikenhout. Een enkele keer wordt de grote bloedsteelmycena ook wel gevonden op naaldhout.
Zoals de naam al doet vermoeden bestaat er ook een kleine bloedsteelmycena (Mycena sanguinolenta), die vrij algemeen voorkomt en minder specialistisch is in het op te ruimen afval. De kleine variant is dus op veel meer plaatsen te vinden dan zijn grote familielid.
Deze foto is al een aantal jaren geleden gemaakt en is kortgeleden door mij uit mijn archief “opgevist”. Soms is het dus niet alleen nuttig, maar ook goed om op aanvraag weer eens in de archieven te duiken.
Ondanks het gebruik van de flitser vallen de schaduwen nauwelijks op. Die schaduwwerking is voor mij overigens een reden om het flitslicht tegenwoordig sporadisch en dan ook nog zeer beperkt, lees eigenlijk op minimaal noodzakelijke sterkte, te gebruiken bij de opnames van paddenstoelen. Het liefst gebruik ik het statief en een langere sluitertijd om paddenstoelen op de geheugenkaart vast te leggen. Het gebruik van de zelfontspanner en vaak ook de antishock-instelling van de camera staan dan garant voor bewegingsvrije fotografie.
Foto gemaakt op: 02-09-2006
Afmeting: 3072x2304 pixels / 26,01x19,51 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E1
Gebruikte lens: Zuiko 14-45 mm, four-thirds
Diafragma: 5,6
Focuslengte: 45 mm.
Sluitertijd: 1/80
ISO: 100
Flitser: Ja
Statief: Uit de hand