Fotoalbum » Vogels » Tureluur, detail kop, Castricummerpolder
Tureluur, detail kop, Castricummerpolder
Tringa totanus
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Tureluur, detail kop, Castricummerpolder
Wetenschappelijke naam: Tringa totanus
Het hebben van jongen zorgt er bij dieren vaak voor, dat zij hun natuurlijke voorzichtigheid soms even moeten afleggen. Het grut moet groter groeien en onderneemt, zeker bij nestvlieders, regelmatig een uitstapje om de omgeving te verkennen of om voedsel te zoeken. Het is een vijandige omgeving, waarin vele liefhebbers van een kuiken op de loer liggen om even te kunnen snacken. Vele kuikens worden niet groot en dat is misschien in sommige gevallen ook wel zo goed. Dat klinkt heel kil en hard, maar als de natuur de aantallen van een soort niet zou reguleren, kunnen er teveel van één soort op één plaats een te grote druk op het gebied leggen. Het uitbroeden van een groot aantal eieren heeft dus echt een natuurlijke functie. De predatiedruk is op die betreffende soort erg groot. Veel nakomelingen garanderen dan het voortbestaan van de soort.
De meeste van onze weidevogels hebben niet zo'n groot legsel. Bij vier eieren is het maximum wel bereikt. Zoals boven al beschreven zijn er veel vogels en andere dieren, die een kuikentje niet versmaden. De oude vogels zijn erg waakzaam en gaan direct op de wieken als er een vijand gespot wordt. Met veel misbaar, alarmkreten en schijnaanvallen proberen zij de rover uit hun territorium te verdrijven. Er wordt hierbij soms letterlijk samengewerkt. De kievit (Vanellus vanellus) is vaak de eerste die reageert, waarna de grutto (Limosa limosa) of de tureluur (Tringa totanus) jakkerend door het luchtruim eveneens de achtervolging inzetten.
De jongen, die zijn natuurlijk allang gewaarschuwd en “drukken” zich tegen de grond. Zij maken zich hierbij zo klein mogelijk en dankzij hun goede schutkleur zijn zij bijna niet meer te vinden. Ik denk, dat het helaas nog steeds zo is dat de maaier de meeste slachtoffers maakt onder de weidevogelkuikens. Bij veel agrarische bedrijven wordt aan vrijwillige weidevogelbescherming gedaan. Vrijwilligers markeren de nesten, zodat de boer hier bij zijn werkzaamheden op het land rekening mee kan houden. Dit werkt in de praktijk goed, hoewel veel rovers de markeringen of een pluk hoger gras in een weide al herkennen als mogelijke snackbar. Vroeg maaien is vaak funest; ook al doet de boer dat in een bepaald patroon waarbij de kuikens kunnen vluchten voor de maaier. Een weide met kort gras is nu eenmaal geen goede plek om je te kunnen verbergen. Voor sommige rovers is het dan echt aanschuiven aan een soort van tafeltje-dek-je.
Ook als de jongen net vliegvlug zijn blijven de ouders ze waarschuwen en indien nodig zelfs verdedigen. Zij nemen daarbij soms duidelijk ingecalculeerde risico's. Ik zal er vandaag niet bedreigend genoeg uit hebben gezien of een behoorlijke dosis vertrouwen hebben gekregen. Deze ouder-tureluur liet mij erg dichtbij komen. Ik kon uitzoomend een kopportret maken. De vogel poetste ook het verenpak nog even en liet mij gewoon even links “staan”. Ik heb hier natuurlijk dankbaar gebruik van gemaakt. Lees echt gebruik en niet misbruik, want de tureluur in kwestie was totaal niet onder de indruk van mijn aanwezigheid. Ik ben hem of haar, ik kan het verschil namelijk niet zien, er nog erg dankbaar voor. Wat is het welbeschouwd eigenlijk een klein opdondertje!
Foto gemaakt op: 05-07-2011
Afmeting: 3648x2736pixels / 30,89x23,16cm
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E3
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm., four-thirds
Diafragma: 8
Focuslengte: 420 mm.
Sluitertijd: 1/200
ISO: 100
Statief: Manfrotto tripod
Wetenschappelijke naam: Tringa totanus
Het hebben van jongen zorgt er bij dieren vaak voor, dat zij hun natuurlijke voorzichtigheid soms even moeten afleggen. Het grut moet groter groeien en onderneemt, zeker bij nestvlieders, regelmatig een uitstapje om de omgeving te verkennen of om voedsel te zoeken. Het is een vijandige omgeving, waarin vele liefhebbers van een kuiken op de loer liggen om even te kunnen snacken. Vele kuikens worden niet groot en dat is misschien in sommige gevallen ook wel zo goed. Dat klinkt heel kil en hard, maar als de natuur de aantallen van een soort niet zou reguleren, kunnen er teveel van één soort op één plaats een te grote druk op het gebied leggen. Het uitbroeden van een groot aantal eieren heeft dus echt een natuurlijke functie. De predatiedruk is op die betreffende soort erg groot. Veel nakomelingen garanderen dan het voortbestaan van de soort.
De meeste van onze weidevogels hebben niet zo'n groot legsel. Bij vier eieren is het maximum wel bereikt. Zoals boven al beschreven zijn er veel vogels en andere dieren, die een kuikentje niet versmaden. De oude vogels zijn erg waakzaam en gaan direct op de wieken als er een vijand gespot wordt. Met veel misbaar, alarmkreten en schijnaanvallen proberen zij de rover uit hun territorium te verdrijven. Er wordt hierbij soms letterlijk samengewerkt. De kievit (Vanellus vanellus) is vaak de eerste die reageert, waarna de grutto (Limosa limosa) of de tureluur (Tringa totanus) jakkerend door het luchtruim eveneens de achtervolging inzetten.
De jongen, die zijn natuurlijk allang gewaarschuwd en “drukken” zich tegen de grond. Zij maken zich hierbij zo klein mogelijk en dankzij hun goede schutkleur zijn zij bijna niet meer te vinden. Ik denk, dat het helaas nog steeds zo is dat de maaier de meeste slachtoffers maakt onder de weidevogelkuikens. Bij veel agrarische bedrijven wordt aan vrijwillige weidevogelbescherming gedaan. Vrijwilligers markeren de nesten, zodat de boer hier bij zijn werkzaamheden op het land rekening mee kan houden. Dit werkt in de praktijk goed, hoewel veel rovers de markeringen of een pluk hoger gras in een weide al herkennen als mogelijke snackbar. Vroeg maaien is vaak funest; ook al doet de boer dat in een bepaald patroon waarbij de kuikens kunnen vluchten voor de maaier. Een weide met kort gras is nu eenmaal geen goede plek om je te kunnen verbergen. Voor sommige rovers is het dan echt aanschuiven aan een soort van tafeltje-dek-je.
Ook als de jongen net vliegvlug zijn blijven de ouders ze waarschuwen en indien nodig zelfs verdedigen. Zij nemen daarbij soms duidelijk ingecalculeerde risico's. Ik zal er vandaag niet bedreigend genoeg uit hebben gezien of een behoorlijke dosis vertrouwen hebben gekregen. Deze ouder-tureluur liet mij erg dichtbij komen. Ik kon uitzoomend een kopportret maken. De vogel poetste ook het verenpak nog even en liet mij gewoon even links “staan”. Ik heb hier natuurlijk dankbaar gebruik van gemaakt. Lees echt gebruik en niet misbruik, want de tureluur in kwestie was totaal niet onder de indruk van mijn aanwezigheid. Ik ben hem of haar, ik kan het verschil namelijk niet zien, er nog erg dankbaar voor. Wat is het welbeschouwd eigenlijk een klein opdondertje!
Foto gemaakt op: 05-07-2011
Afmeting: 3648x2736pixels / 30,89x23,16cm
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E3
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm., four-thirds
Diafragma: 8
Focuslengte: 420 mm.
Sluitertijd: 1/200
ISO: 100
Statief: Manfrotto tripod