Fotoalbum » Landschap » Berken in de Mariapeel
Berken in de Mariapeel
Betula
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Berken in de Mariapeel.
Wetenschappelijke naam: Betula ...
De Mariapeel is samen met de Groote Peel nog overgebleven als restant van een oorspronkelijk veel groter hoogveengebied. De mens heeft in deze gebieden duidelijke sporen achtergelaten. Voor het winnen van turf, bruikbaar als brandstof, zijn wijken gegraven. Dit zijn afwateringskanaaltjes, die ervoor zorgen dat het water sneller afgevoerd kan worden. Hierdoor konden de turfstekers in het moerassige terrein beter uit de voeten. De gewonnen turf werd ook via deze watergangen uit het gebied naar de bewoonde wereld gebracht. Door het afgraven van de turf ontstonden kleine, maar ook veel grotere kuilen die zich vulden met water. Deze plassen worden petgaten genoemd en oefenen een belangrijke aantrekkingskracht uit op allerlei soorten watervogels, maar ook kraanvogels (Grus grus) bezoeken dit gebied als tussenstation op hun trektocht.
Voor de winning van turf was natuurlijk mankracht nodig. Dit werk trok mensen naar de veengebieden. De onderkomens voor de arbeiders vormden de basis voor de veenkoloniën zoals bijv.: Helenaveen en Griendtsveen.
Hoogveen is van nature een natte, zuurstofarme, zure en sponsachtige grondsoort. Het wordt gevoed door regenwater in tegenstelling tot laagveen wat door grondwater in stand gehouden wordt. Een belangrijk bestanddeel is het veenmos (Sphagnum). Deze mossoort kan voor 90% uit water bestaan en houdt het vocht dus lang vast.
In de Mariapeel wordt het landschap gedomineerd door het pijpenstrootje (Molinia caerulea) en berken (Betula). In het gebied zijn een aantal wandelroutes uitgezet. Het kan soms best zompig zijn. Het hoogveen zelf draagt niet en je kunt als je daarin terecht komt een aardig nat pak oplopen. Menig mens zal in het verleden ook vast en zeker onzalig aan zijn eind gekomen zijn. De verhalen over de witte wieven, die argeloze wandelaars het moeras in lokten om te verdrinken, zijn lange tijd van generatie op generatie doorverteld. Zij berusten op het waarnemen van mistflarden in deze uitgestrekte weidsheid. Tijdenlang stond het gebied dan ook bekend als een bar oord, waar je maar beter uit vandaan kon blijven, als je nog van de oude dag (zo oud was dat toen overigens nog niet) wilde genieten.
Tegenwoordig kunnen we gelukkig heerlijk zwerven in dit overweldigende landschap.
Foto gemaakt op: 20-10-2007
Afmeting: 2560x1920 pixels / 21,67x16,26 cm
Bestanden: tiff / jpeg / raw
Camera: Olympus E1
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm, four-thirds
Diafragma: 14
Focuslengte: 50 mm.
Sluitertijd: 1/125
ISO: 100
Statief: Monopod
Wetenschappelijke naam: Betula ...
De Mariapeel is samen met de Groote Peel nog overgebleven als restant van een oorspronkelijk veel groter hoogveengebied. De mens heeft in deze gebieden duidelijke sporen achtergelaten. Voor het winnen van turf, bruikbaar als brandstof, zijn wijken gegraven. Dit zijn afwateringskanaaltjes, die ervoor zorgen dat het water sneller afgevoerd kan worden. Hierdoor konden de turfstekers in het moerassige terrein beter uit de voeten. De gewonnen turf werd ook via deze watergangen uit het gebied naar de bewoonde wereld gebracht. Door het afgraven van de turf ontstonden kleine, maar ook veel grotere kuilen die zich vulden met water. Deze plassen worden petgaten genoemd en oefenen een belangrijke aantrekkingskracht uit op allerlei soorten watervogels, maar ook kraanvogels (Grus grus) bezoeken dit gebied als tussenstation op hun trektocht.
Voor de winning van turf was natuurlijk mankracht nodig. Dit werk trok mensen naar de veengebieden. De onderkomens voor de arbeiders vormden de basis voor de veenkoloniën zoals bijv.: Helenaveen en Griendtsveen.
Hoogveen is van nature een natte, zuurstofarme, zure en sponsachtige grondsoort. Het wordt gevoed door regenwater in tegenstelling tot laagveen wat door grondwater in stand gehouden wordt. Een belangrijk bestanddeel is het veenmos (Sphagnum). Deze mossoort kan voor 90% uit water bestaan en houdt het vocht dus lang vast.
In de Mariapeel wordt het landschap gedomineerd door het pijpenstrootje (Molinia caerulea) en berken (Betula). In het gebied zijn een aantal wandelroutes uitgezet. Het kan soms best zompig zijn. Het hoogveen zelf draagt niet en je kunt als je daarin terecht komt een aardig nat pak oplopen. Menig mens zal in het verleden ook vast en zeker onzalig aan zijn eind gekomen zijn. De verhalen over de witte wieven, die argeloze wandelaars het moeras in lokten om te verdrinken, zijn lange tijd van generatie op generatie doorverteld. Zij berusten op het waarnemen van mistflarden in deze uitgestrekte weidsheid. Tijdenlang stond het gebied dan ook bekend als een bar oord, waar je maar beter uit vandaan kon blijven, als je nog van de oude dag (zo oud was dat toen overigens nog niet) wilde genieten.
Tegenwoordig kunnen we gelukkig heerlijk zwerven in dit overweldigende landschap.
Foto gemaakt op: 20-10-2007
Afmeting: 2560x1920 pixels / 21,67x16,26 cm
Bestanden: tiff / jpeg / raw
Camera: Olympus E1
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm, four-thirds
Diafragma: 14
Focuslengte: 50 mm.
Sluitertijd: 1/125
ISO: 100
Statief: Monopod