Fotoalbum » Insecten » Vuurjuffer, slechte uitsluiping, uitkruiping, vervelling, in de achtertuin
Vuurjuffer, slechte uitsluiping, uitkruiping, vervelling, in de achtertuin
Pyrrhosoma nymphula
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Vuurjuffer, slechte uitsluiping, uitkruiping, vervelling, in de achtertuin
Wetenschappelijke naam: Pyrrhosoma nymphula
In de natuur gaan dingen ook wel eens helemaal mis. Het lijkt ogenschijnlijk allemaal perfect geregeld te zijn, maar op grote en zeker ook op kleine schaal mislukken allerlei gebeurtenissen ook vaak.
Libellen en waterjuffers zijn voor de voortplanting afhankelijk van water. De vrouwtjes zetten hun eitjes af aan waterplanten en de larven, die hier uit kruipen, voeren soms een waar schrikbewind uit onder het waterleven. Het zijn, net als hun volwassen ouders, echte rovers. Allerlei kleine waterdieren en zelfs kleine vissen dienen als voedsel voor de larven. Na korte of langere tijd, soms wel een paar jaren, zoeken de larven het wateroppervlak op om zich kruipend tegen stengels van waterplanten omhoog te werken. Zo op het droge sluipen de volwassen insecten (imago's) uit hun larvenhuid. Zij zijn op dat moment erg kwetsbaar, omdat de vleugels nog opgepompt moeten worden en deze moeten vervolgens ook nog drogen. Hierna kan de libel of de juffer het luchtruim kiezen. Het zijn dan behoorlijk snelle en behendige vliegers.
Deze vuurjuffer had pech. Hij moet volgens mij met slechts één vleugel door het leven, wat dan niet erg lang zal duren. De andere vleugels komen niet goed uit de uitsluiping. Zij worden, zo te zien, niet voldoende opgepompt en drogen dus ook in deze stand op. Bij een normale ontwikkeling krijgen alle waterjuffers vier vleugels. De larvenhuid zit ook nog aan het insect vast. Indien de uitsluiping gewoon was verlopen, was de larvenhuid op de stengel van de waterplant achtergebleven als een stille getuige van het vertrek van een volwassen vuurjuffer.
Ik heb 's avonds tegen donker nog even gekeken, maar deze vuurjuffer was onder een blad van de moeraswederik (Lysimachia thyrsiflora) gekropen om daar te overnachten. De volgende morgen was deze juffer nog steeds op dezelfde plant present met de vleugels nog steeds in dezelfde toestand. Later op de dag was hij verdwenen; ik vermoed ten prooi gevallen aan een hongerige insecteneter. Het klinkt misschien erg hard, maar ook dit is een deel van de natuur. Wie niet goed mee kan komen, valt ten slachtoffer aan “rovers”. Op deze manier blijven alleen de sterksten over, die zich op hun beurt weer kunnen voortplanten. Dit komt de soort op zich alleen maar ten goede. In de natuur geldt nu eenmaal het recht van de sterkste! Het gezegde: “Wie niet sterk is moet slim zijn.”, gaat soms wel op. In dit geval is de vuurjuffer afhankelijk van haar vleugels om te kunnen jagen of vluchten. Geen van beiden is mogelijk en enige slimheid zal om te overleven niet voldoende gaan werken. Dus ….....
Foto gemaakt op: 09-05-2011
Afmeting: 4032x2688 pixels / 34,14x22,76 cm
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Zuiko 35 mm. macro, four-thirds
Diafragma: 8
Focuslengte: 35 mm.
Sluitertijd: 1/125
ISO: 200
Statief: Geen
Wetenschappelijke naam: Pyrrhosoma nymphula
In de natuur gaan dingen ook wel eens helemaal mis. Het lijkt ogenschijnlijk allemaal perfect geregeld te zijn, maar op grote en zeker ook op kleine schaal mislukken allerlei gebeurtenissen ook vaak.
Libellen en waterjuffers zijn voor de voortplanting afhankelijk van water. De vrouwtjes zetten hun eitjes af aan waterplanten en de larven, die hier uit kruipen, voeren soms een waar schrikbewind uit onder het waterleven. Het zijn, net als hun volwassen ouders, echte rovers. Allerlei kleine waterdieren en zelfs kleine vissen dienen als voedsel voor de larven. Na korte of langere tijd, soms wel een paar jaren, zoeken de larven het wateroppervlak op om zich kruipend tegen stengels van waterplanten omhoog te werken. Zo op het droge sluipen de volwassen insecten (imago's) uit hun larvenhuid. Zij zijn op dat moment erg kwetsbaar, omdat de vleugels nog opgepompt moeten worden en deze moeten vervolgens ook nog drogen. Hierna kan de libel of de juffer het luchtruim kiezen. Het zijn dan behoorlijk snelle en behendige vliegers.
Deze vuurjuffer had pech. Hij moet volgens mij met slechts één vleugel door het leven, wat dan niet erg lang zal duren. De andere vleugels komen niet goed uit de uitsluiping. Zij worden, zo te zien, niet voldoende opgepompt en drogen dus ook in deze stand op. Bij een normale ontwikkeling krijgen alle waterjuffers vier vleugels. De larvenhuid zit ook nog aan het insect vast. Indien de uitsluiping gewoon was verlopen, was de larvenhuid op de stengel van de waterplant achtergebleven als een stille getuige van het vertrek van een volwassen vuurjuffer.
Ik heb 's avonds tegen donker nog even gekeken, maar deze vuurjuffer was onder een blad van de moeraswederik (Lysimachia thyrsiflora) gekropen om daar te overnachten. De volgende morgen was deze juffer nog steeds op dezelfde plant present met de vleugels nog steeds in dezelfde toestand. Later op de dag was hij verdwenen; ik vermoed ten prooi gevallen aan een hongerige insecteneter. Het klinkt misschien erg hard, maar ook dit is een deel van de natuur. Wie niet goed mee kan komen, valt ten slachtoffer aan “rovers”. Op deze manier blijven alleen de sterksten over, die zich op hun beurt weer kunnen voortplanten. Dit komt de soort op zich alleen maar ten goede. In de natuur geldt nu eenmaal het recht van de sterkste! Het gezegde: “Wie niet sterk is moet slim zijn.”, gaat soms wel op. In dit geval is de vuurjuffer afhankelijk van haar vleugels om te kunnen jagen of vluchten. Geen van beiden is mogelijk en enige slimheid zal om te overleven niet voldoende gaan werken. Dus ….....
Foto gemaakt op: 09-05-2011
Afmeting: 4032x2688 pixels / 34,14x22,76 cm
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Zuiko 35 mm. macro, four-thirds
Diafragma: 8
Focuslengte: 35 mm.
Sluitertijd: 1/125
ISO: 200
Statief: Geen