Fotoalbum » Insecten » Duinparelmoervlinder, op kale jonker, Zwanenwater
Duinparelmoervlinder, op kale jonker, Zwanenwater
Argynnis niobe
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Duinparelmoervlinder, op kale jonker, Zwanenwater
Wetenschappelijke naam: Argynnis niobe
De duinparelmoervlinder is een zeldzame verschijning in ons land. Hij komt voor in de duinen van Noord-Holland en op de Waddeneilanden. Ook op de Hoge Veluwe komt een populatie voor. Het zijn standvlinders en vertonen dus geen trekgedrag. Deze vlinder behoort tot de familie van de aurelia's en bereikt in Nederland de grens van haar verspreidingsgebied.
In de duinen kun je deze vlinder tegenkomen bij open duingraslanden en in vochtige duinvalleien. In het binnenland moet je op zoek bij open, doge en schrale graslanden en op droge heideterreinen waar ook nog andere kruiden groeien.
De waardplanten, dat zijn de voedselplant voor de rupsen, zijn verschillende soorten viooltjes zoals: het duinviooltje (Viola tricolor var.curtisii) en het hondsviootlje (Viola canina). De eitjes worden door het vrouwtje afgezet op de stengels van deze planten. In deze vorm overwintert de duinparelmoervlinder ook in de strooisellaag op de bodem. In het voorjaar, vanaf begin april, kruipen de rupsen uit het eitje en doen zich tegoed aan de viooltjes. Als zij voldoende gegroeid zijn, zullen de rupsen zich verpoppen. Zij spinnen dan een cocon om zich heen, waarbinnen de metamorfose van rups naar vlinder zal plaatsvinden. De imago's, de zondagse naam voor volwassen insecten, vliegen van eind mei tot eind augustus. Er vliegt maar één generatie in een jaar. Tijdens hun zoektocht naar nectar zullen zij verschillende planten bezoeken, zoals bijvoorbeeld op deze foto op de kale jonker (Cirsium palustre).
In het vorige jaar 2010 zijn er vrij veel duinparelmoervlinders waargenomen; in ieder geval duidelijk meer dan andere jaren. Vermoedelijk komt dit door een koudere en drogere winter. Men denkt, dat in natte winters veel eitjes ten prooi vallen aan schimmels en dus nooit uit zullen komen. Ik heb al eens gelezen, dat dit voor veel meer insecten schijnt te gelden.
Ik was vanmorgen op zoek naar verschillende orchideeën en ook naar het moeraskartelblad (Pedicularis palustris). Helaas staan de planten van de laatstgenoemde soort erg ver van het wandelpad, dus buiten het “fatsoenlijke” bereik van mijn camera. Wellicht dat zij in de verdere toekomst nog op zullen schuiven naar een punt waarop zij vanaf het pad te fotograferen zijn. Mijn oog viel op deze duinparelmoervlinder en ondanks de wind of misschien juist wel dankzij de wind kon ik een aantal foto's maken. Vlinders zijn nu eenmaal niet zo gek op wind en ik ook niet als ik foto's van planten en insecten wil maken.
Foto gemaakt op: 22-06-2011
Afmeting: 3748x2499 pixels / 31,73x21,16 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Sigma 150mm/2.8 EX DG Macro APO HSM, FT
Diafragma: 7,1
Focuslengte: 150 mm.
Sluitertijd: 1/160
ISO: 200
Statief: Manfrotto tripod
Wetenschappelijke naam: Argynnis niobe
De duinparelmoervlinder is een zeldzame verschijning in ons land. Hij komt voor in de duinen van Noord-Holland en op de Waddeneilanden. Ook op de Hoge Veluwe komt een populatie voor. Het zijn standvlinders en vertonen dus geen trekgedrag. Deze vlinder behoort tot de familie van de aurelia's en bereikt in Nederland de grens van haar verspreidingsgebied.
In de duinen kun je deze vlinder tegenkomen bij open duingraslanden en in vochtige duinvalleien. In het binnenland moet je op zoek bij open, doge en schrale graslanden en op droge heideterreinen waar ook nog andere kruiden groeien.
De waardplanten, dat zijn de voedselplant voor de rupsen, zijn verschillende soorten viooltjes zoals: het duinviooltje (Viola tricolor var.curtisii) en het hondsviootlje (Viola canina). De eitjes worden door het vrouwtje afgezet op de stengels van deze planten. In deze vorm overwintert de duinparelmoervlinder ook in de strooisellaag op de bodem. In het voorjaar, vanaf begin april, kruipen de rupsen uit het eitje en doen zich tegoed aan de viooltjes. Als zij voldoende gegroeid zijn, zullen de rupsen zich verpoppen. Zij spinnen dan een cocon om zich heen, waarbinnen de metamorfose van rups naar vlinder zal plaatsvinden. De imago's, de zondagse naam voor volwassen insecten, vliegen van eind mei tot eind augustus. Er vliegt maar één generatie in een jaar. Tijdens hun zoektocht naar nectar zullen zij verschillende planten bezoeken, zoals bijvoorbeeld op deze foto op de kale jonker (Cirsium palustre).
In het vorige jaar 2010 zijn er vrij veel duinparelmoervlinders waargenomen; in ieder geval duidelijk meer dan andere jaren. Vermoedelijk komt dit door een koudere en drogere winter. Men denkt, dat in natte winters veel eitjes ten prooi vallen aan schimmels en dus nooit uit zullen komen. Ik heb al eens gelezen, dat dit voor veel meer insecten schijnt te gelden.
Ik was vanmorgen op zoek naar verschillende orchideeën en ook naar het moeraskartelblad (Pedicularis palustris). Helaas staan de planten van de laatstgenoemde soort erg ver van het wandelpad, dus buiten het “fatsoenlijke” bereik van mijn camera. Wellicht dat zij in de verdere toekomst nog op zullen schuiven naar een punt waarop zij vanaf het pad te fotograferen zijn. Mijn oog viel op deze duinparelmoervlinder en ondanks de wind of misschien juist wel dankzij de wind kon ik een aantal foto's maken. Vlinders zijn nu eenmaal niet zo gek op wind en ik ook niet als ik foto's van planten en insecten wil maken.
Foto gemaakt op: 22-06-2011
Afmeting: 3748x2499 pixels / 31,73x21,16 cm; 300 dpi
Bestanden: tiff / jpeg
Camera: Olympus E30
Gebruikte lens: Sigma 150mm/2.8 EX DG Macro APO HSM, FT
Diafragma: 7,1
Focuslengte: 150 mm.
Sluitertijd: 1/160
ISO: 200
Statief: Manfrotto tripod